‘Joske is een criminele seksmaniak. Als hij er niet aan denkt, dan doet hij het. En als hij het niet doet, dan denkt hij eraan. Ikzelf, ik zit meer over eten te prakkiseren.’ De dikke zoekt toenadering.
Hij kijkt Stanny aan, het lijkt oprechte interesse, en hij vraagt: ‘En wat zit er in uw kop? Wat kunt gij met geen geweld wegdenken?’
‘Camions.’ Het is eruit voor hij het beseft.
‘Camions?’
‘Ja, vrachtwagens. Ik weet alles over vrachtwagens. Merken, laadvermogens, bouwjaren, paardenkrachten...’
De dikke staart hem verbijsterd aan. Wipman Joske beweegt niet meer.
En na een stilte die eindeloos lijkt, zegt de dikke: ‘Godverdomme, wie vindt het allemaal uit? Neem nog een boterham. En een stukje vlees.’ En hij werpt een plakje op Stanny's bord. Een vleesroos.
De dikke brengt het resterende broodbeleg naar zijn mond en hoofdschuddend zegt hij: ‘Camions, ge moet er maar opkomen...’
‘Kijk daar, mannen, er liggen nog twee broden op de kar.’ Joske denkt dan toch niet uitsluitend aan seks.
De dikke sist. Hij kijkt Stanny recht in de ogen. ‘Wilt gij niet bij de baas gaan vragen of wij nog een brood kunnen krijgen? Zeg maar dat ge door mij niks hebt kunnen eten. Dan maken we meer kans.’
Stanny twijfelt.
Uiteindelijk staat hij toch op en begeeft hij zich naar de etenskar. Bij een van de tafels die hij passeert, fluistert iemand: ‘Meneer... Meneer, uw broek staat open. Wagenwijd als het ware.’
Wanneer Stanny naar zijn gulp tast, hoort hij een hikkende lach.
William staat lusteloos bij de etenskar.
‘Of wij alstublieft nog wat brood kunnen krijgen?’
‘Heeft Coenegrachts u gestuurd?’
‘Wie is Coenegrachts?’
‘Uw tafelgenoot die sneller eet dan zijn schaduw.’
‘Nee meneer, ik heb zelf nog trek.’
‘Coenegrachts dus.’ William kijkt Stanny niet aan. Hij blijft voor zich uit de zaal in kijken. Hij fluit een deuntje. ‘Pop Corn’.
Net wanneer Stanny onverrichter zake terug naar zijn plaats wil gaan, zegt de verpleger: ‘Hier zageman, neem uw manna mee. Ik heb er toch niks aan als er overschot is.’ En hij wijst een van de broden aan. Omdat Stanny de schaal had vergeten mee te brengen, moet hij het voorgesneden brood met beide handen opnemen om ervoor te zorgen dat alles bijeen blijft.