De typische Hollandistische handels- en de daaraan gekoppelde vredespolitiek werd door de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog enigszins onderbroken. Maar doordat Europa in de twintigste eeuw steeds meer een werkbare geopolitieke eenheid begon te worden, waarbinnen de meeste functies van de traditionele natiestaat vervuld worden, zoals economische en buitenlandse zaken, en vooral ook defensie, konden wij blijven werken aan een vrijwel gehele verstedelijking van Nederland, met de Randstad Holland als, ook toeristisch interessante, historische kern. Binnen deze Deltametropool is plaats voor een gordel van suburbane woongebieden: de provincies Zeeland, Brabant, Limburg, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, Friesland en Flevoland. Langzamerhand beginnen we te wennen aan de observatie dat Nederland geen dichtbevolkt land is maar een dunbevolkte stad. Nederland heeft nooit echt een land willen zijn, maar streefde altijd naar de beste sociaal-ruimtelijke en bestuurlijk-militaire organisatie om stedelijke ambities te kunnen realiseren. Onze buitenlandse vrienden hebben dat veel eerder begrepen dan wijzelf: sinds jaar en dag noemen zij ons land de Nederlanden in meervoud: The Netherlands, Die Niederlande, Les Pays-Bas. Dit wijst eerder op een geografisch vaag begrensd fenomeen - de Lage Landen bij de Zee - dan op een nauwkeurig afgebakende ruimtelijk-politieke entiteit die samenvalt met het woongebied van de Nederlandse bevolking.
De bewoners van het huidige multi-etnische Nederland hebben, meer nog dan in de vroegere koloniale situatie een persoonlijke oriëntatie op vele buitenlanden als ‘land van herkomst’. Het geestelijk wereldbeeld (‘the mental map’) van al die Nederlanders tezamen bestrijkt momenteel een groot deel van het Oude en Nieuwe Europa, van de landen rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten, van Afrika, Azië, Australië en de Amerika's. Dit ongekende reservoir van kennis over en banden met ‘verre en vreemde landen’ hebben we altijd weten aan te wenden in onze handelscontacten met de rest van de wereld. Steeds tot voordeel van diegenen die hier al generaties lang, of pas net, wonen en ook van degenen die zich hier ter stede willen vestigen. De groei en bloei van Nederland lag in de stad. De essentie van een stad is zijn stedelijkheid, ofwel het vermogen steeds nieuwe vormen van stedelijkheid te genereren, zowel functioneel, ruimtelijk als sociaal. Alleen in de stad speelt dit proces van permanente reproductie. Dit gebeurt niet vanzelf, maar uitsluitend door confrontaties, discussies en standpuntbepaling, leidend tot publieke en private plannen voor investering in ruimtelijke projecten. Daarom is het belangrijk dat er veel (en veel verschillende)