stok vol. Slavenhandel, koloniale misdaden, diefstal van zilver en grondstoffen, uitbuiting van het eigen personeel, corruptie, genocide, noem maar op. Wat er niet gebeurt als men over de rug van de vijand derwaarts reist, voor gewin van wat men niet bezit. Als men niet ‘gehéél en gróót gelukkig’ is en dat wel wil worden, overzee.
Niet iedere Nederlander past even goed in de Nederlandse gemeenschap. Hij neemt zijn toevlucht tot de zee. Verdient geld aan andermans ellende door met een zeesleepboot zinkende schepen op te zoeken, hij hijst een doodskist (met name Koersk) boven de waterspiegel uit, of spuit voor oliedollars modder voor een schroeiend hete zandbak in Arabië.
De ellendige zee brengt ellende voort. Het is typisch voor ons land daar eeuwig munt uit te slaan. Dat heet bij ons te lande ‘Hollands Glorie’.
De Nederlander die van de zee houdt? De zee dwingt ons wallen op te werpen om haar buiten te houden. En slaat de zee daar gaten in, dan kent iedereen de zee weer zoals zij is - brenger van onheil en rampspoed.
Ik zie hier een Zeeuw op het dak van zijn omspoelde huis. In 1953, jaar van watersnood. Gek geworden van de zee, zingend:
‘O, Zee was Ik als Gij in àl uw onbewustheid,
Dàn zou ik eerst gehéél en gróót gelukkig zijn;
Dan wàs mijn Ziel een Zee, en hare zelfgerustheid
Zou, wijl Zij groter is dan Gij, nóg groter zijn.’
De Nederlandse doorsnee ziel is liever als een klein groen veldje met wat madeliefjes voor de sier, waarin men staat met droge voeten en een hark.
Soms moet men wonen aan de kust. Zoveel ruimte is er niet in Nederland. Maar hoe de zee stinkt! Algen, zeewier, dode dieren in een schelp, een wind vol jodium, een en al verrottingslucht. Het wad is nog het ergst.
In jaar zo en zo drongen omstandigheden twee, drie Friese boeren helemaal naar de noordrand van het land. Daar bouwden ze hun boerderijen, daar ontstond hun dorp. Over de dorpsnaam hoefden ze niet lang na te denken: eenmaal snuiven was genoeg - Moddergat. Naar de zee kijken hoefde gelukkig niet, daar lag een dijk op deltahoogte voor. In Moddergat wordt men alléén geheel en