De situatie van homomannen en lesbische vrouwen in Nederland is uiterst ambivalent. Harde negatieve reacties staan naast volledige rechtsgelijkheid. Veel buitenlandse nichten en potten zouden niets liever willen dan hierheen verhuizen, want in Zimbabwe, Maleisië, Nepal, Egypte en Honduras (om een paar beroerd bekendstaande landen te noemen) wordt hun leven bedreigd. Ook de Verenigde Staten, waar het religieuze fundamentalisme een sterke invloed uitoefent, lopen met homorechten behoorlijk achterop. Er zijn op de wereld aanzienlijk meer homo's en lesbo's die een Nederlandse partner willen huwen dan er alleenstaande soortgenoten in Nederland zijn. Hier is sinds de jaren zestig een geweldige vooruitgang geboekt in homorechten en zichtbaarheid van homoseksualiteit. Dit geldt vooral voor de media maar weer minder voor het onderwijs of het straatleven. De positieve resultaten van een eeuw strijd om homo-emancipatie zijn vooral juridisch van aard. Ze bieden een gunstig kader maar hebben de sociale discriminatie in gezin en sportvereniging, op straat en schoolplein niet ongedaan gemaakt. Bovendien schort het aan de handhaving van homorechten. Nederlanders besteden hun problemen graag uit aan derden, maar de overheid blijft als schutspatroon vaak in gebreke. Ze bestrijdt homodiscriminatie op veel plekken zoals in het onderwijs halfhartig, waardoor oude reflexen van schelden en slaan kunnen weerkeren.
Het publieke leven in Nederland is monoseksueel gekleurd gebleven en heeft zich niet in multiseksuele richting ontwikkeld. Het staat niet open voor meer seksuele opties. Een heteroseksuele voorkeur blijft de vanzelfsprekende aanname en een homoseksuele de verzwegen uitzondering. Hetero's hoeven nooit publiekelijk kleur te bekennen. Van homo's en lesbo's blijft de seksuele voorkeur zweven tussen privé-geheim en publiek schandaal. Komedianten als André van Duin en Paul de Leeuw en dandy's als Fortuyn kunnen van die dubbele positie gebruikmaken en het brede publiek fascineren met opwindende verhalen over hun privé-leven, maar de gewone homo en lesbo heeft die kans niet. Want een homo is misschien leuk ver weg op de buis, maar niet dichtbij als collega of naaste buur.
Nederland heeft de afgelopen dertig jaar veel bereikt op het gebied van homo-emancipatie. Er is legale maar nog geen sociale gelijkheid. Zelfs de onvolledige resultaten staan nu onder druk. Aan de ene kant is er een regering die juist de positie van het gezin wil verbeteren en een groeiende groep orthodox-gelovigen uit christelijke en islamitische hoek die homoseksualiteit afkeuren. Aan de andere kant is er het grotere Europa waar de homo-emancipatie min-