opstand was uitgebroken; de Amerikanen houden speciaal voor dit soort gelegenheden hardnekkig vast aan het in onze Europese ogen zo zelfdestructieve grondwettelijke recht om wapens te dragen. De formele argumentatie daarvan is dat burgers zich moeten kunnen verdedigen als de overheid zich tegen hen keert.
Bizar? Ongetwijfeld. Maar is het allemaal zoveel vreemder dan wat er in Nederland gebeurt? U begrijpt natuurlijk allang waar ik naartoe wil. In de vs mág de kiezer tenminste nog bepalen wie de leider van het land wordt. In Nederland maakt de politieke elite dat onderling wel uit en geen kiezer die er invloed op heeft.
We vragen mensen om te gaan stemmen, maar op de regering die dit oplevert heeft de kiezer nauwelijks invloed. Het scheelt nogal of je een centrum-links, een centrum-rechts of een paars kabinet hebt. Maar de kiezer gaat daar niet over. Vaak wordt een kabinet gevormd op basis van het oneigenlijke argument dat wie méér stemmen heeft dan de vorige keer ‘voorrang’ heeft om deel te nemen aan de regering. Wie verliest, moet de oppositiebankjes in. Dat klinkt logisch, maar dat is het niet. Want wie wint of verliest hangt niet samen met de krachtsverhoudingen tussen partijen, maar met het verschil tussen de kiezers van vandaag en die van een paar jaar geleden. Maar waarom zouden die laatsten een rol moeten spelen? Als er bij de vorige verkiezingen tweeënhalf miljoen mensen op een partij stemden en nu nog maar twee miljoen, ‘verliest’ die partij. Maar waarom zouden de half miljoen kiezers die zijn weggelopen méér invloed moeten hebben op de machtsvorming dan de twee miljoen kiezers die zijn gebleven? Maar goed, als dat nu nog het ergste zou zijn...
Toen koningin Beatrix in 1994 bepaalde dat de socialist Wim Kok formateur zou worden, sloot zij daarmee uit dat Nederland een centrum-rechts kabinet zou krijgen. De verkiezingsuitslag had dat wel degelijk mogelijk gemaakt. Eigenlijk speelde de koningin daarmee een beetje Hooggerechtshofje. Maar een Hooggerechtshof wordt in ieder geval nog benoemd door de politiek op grond van verdienste; de koningin kan zo'n besluit alleen maar nemen vanwege de positie die zij op grond van erfopvolging heeft verworven. Probeer dat maar eens uit te leggen aan die Amerikaan over wiens presidentsverkiezingen je je net nog hebt zitten verkneukelen!
Elk land krijgt de leiders die het verdient, zegt een oud gezegde. De werkelijkheid is dat elk land de leiders krijgt die het systeem mogelijk maakt. Wie president van de Verenigde Staten wil worden, moet een visie hebben waar hij een meerderheid van het hele land achter kan verenigen, en dan ook nog evenwichtig verdeeld over de