De Gids. Jaargang 167
(2004)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
Rêverieën van een caféistMet een melange in Wenen waar magnolia's
romig bloeien schikt de caféist zijn vlinderstrik
herdroomt het loeien van een winters vluchten
over zee zoals hij op een verwarmd terras in
Scheveningen kastanjebloesemblaadjes zwermen
zweven oplichten en verdrinken ziet in
het schelpvormige bekken waar drie dolfijnen
almaar water gieten door juichend golvende
ovaties het klare murmelen verneemt hij niet.
| |
[pagina 285]
| |
2In zijn Berlijnse wijnlokaal heel correct maar
liefst zelden aangesproken nimmer onverwacht
stromen de beelden de sferen groeit een najaar
in centraal Parijs een zomer in Rome met de blinden
gesloten of doet zich een parelend uitzicht Istrisch
voor met op de tafel naast hem beslagen bekers ijs
waar men voor op de foto lacht Marlboro koopt
ver onder de prijs en te veel betaalt voor een tot
aandenken nagetekende gedachtenisruïnekerk.
R.B. Kitaj, The Caféist 1980-7
| |
[pagina 286]
| |
3Zou het dat wie zijn leven lang het vluchtig
figuratieve schildert bij wijze van inzicht
uiteindelijk tot abstractie komt vraagt zich
de caféist die de zee ziet als vlak zilver onder
een strakblauw als was zijn uitzicht Dood op
de horizon getiteld in een hard-edge-galerie
hij wenkt en vraagt om de regen een dozijn
oesters is hem al gebracht een citroen rijpte
ter garnering de ober schenkt de wijn en wacht.
| |
[pagina 287]
| |
4Abstrahering is een hobby voor de geest neemt
men die al te serieus wordt men mens en beest
een lelijk dier de caféist heft zijn glas en lacht
naar de ober die knikt en denkt wie weet hangt
boven zijn eenpersoons een prent van een woud
met baadster waterval en ree maar al wee wordt
de sentimentalist bij de idee van een lindegeurende
nacht bang dat alleen zijn eigen hand het was aan wie
hij beantwoordde de liefde die hem werd toegebracht.
| |
[pagina 288]
| |
5Hoe zou een zwarte kat ongeluk kunnen
brengen maar een over zee aanvliegende
bommenwerper hoop peinst de caféist
en stelt zich voor zowel zijn stamlokaal
te bezoeken in boernoes als thee te drinken
in kostuum met vlinderstrik in oud Nablus
en of in Chili nog thuis kon raken de man die
met Berlijns uitzicht op hulstrood en sneeuw
de personenvergassingswagen ontwerpen liet.
| |
[pagina 289]
| |
6Bewogen als hij reist per trein door wat hij bevroedt
bij namen als seinhuis eindstation tussen landschap
en zijn boek schrilden voor miljoenen laatste oordelen
fluitjes van conducteuren der engelen bazuinen dienden
als schoorstenen met pluimen mensenrook triomfant
vervoegt zich een ruiter met paardenhoofd onder de arm
hij zou er de ogen van willen sluiten zijn lippen tussen
borsten willen tuiten kitsch is het hem te laten vrezen
holle benen kassen en in zijn handen los vrouwenhaar.
| |
[pagina 290]
| |
7Van louter bijzinnen gonst zijn hoofd elke hoofdzin
is verdacht toch weet hij kan het leven niet zonder
geest en macht en mag het niet dat men toegeeft
aan het irrationele van bevelen soms verlaat hij
opeens zijn terras om reizend richting Spanje nooit
weer te keren soms voor bevraging wordt hij vervracht
dan stuurt hij geen ansicht van gene zijde van de zee
die ondoorwaadbaar is als met schelven rood op rood
in een zelfmoordatelier op East 96th Street aangebracht.
| |
[pagina 291]
| |
8Stilaan verwordt zijn Juno tot onhoudbare cilinder
as wanneer hij nadenkt over cultuur en ras allen
leven we wat anders dan we zijn nooit weten we
wat het eigenlijke is of was vanwege zijn toekomst
met een hypertrofisch hart slikt de sensualist
zijn medicijnen voor een citroen uit Sandala werd
nectar gehaald door een honingbij uit Jalama en
stuifmeel gebracht maar zo natuurlijk is niets zelfs
het niets is net als koningin volk en staat bedacht.
| |
[pagina 292]
| |
9Gemijmer van een halfdemocraat die liefst niet praat
maar met melancholie in Wenen de mens beziet een
euro voor wie zich met een trekharmonica het ademen
herleert daar nooit in slaagt of te laat het levensbelang
beseft de caféist ervaar je door op te staan en erin op
te gaan hij rekent af groet maar hoe hij ook stapt
zelfs zonder matelot en wandelstok in heuvelland park
of stad zelfs in krijgsgebied nooit herken je de beramende
held of ware terrorist zijns ondanks wel de caféist.
|
|