De Gids. Jaargang 167
(2004)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 194]
| |
Lucas Hüsgen
| |
[pagina 195]
| |
compilatie van Tyrannosaurus Rex op de markt als een van T. Rex. Onbedoeld belandde ik bij Bolan als hippie, die zelf weer was voortgekomen uit de piepjonge mod in tweedehandskleding. Daar had ik nog geen idee van, en ook niet dat hij tussentijds deel had uitgemaakt van een absoluut destructieve proto-punkband, John's Children. Een concert van Ravi Shankar had dat allemaal weer veranderd. Opeens hoefde Bolan geen zalen meer kort en klein te slaan, het kon ook met inkeer. Het resulteerde in Tyrannosaurus Rex: aandoenlijke melodieën van sprookjesachtige maar altijd rauwe liedjes, gezongen door een kwikzilveren, wendbare stem, naar imago primair begeleid door bongo's en een akoestische gitaar. Je hoefde echter niet bijster goed op te letten om veel meer te horen dan de instrumenten die het duo officieel bespeelde. Overdubs en kunstmatigheid waren dankzij producer Tony Visconti al vroeger aan de orde van de dag dan men wilde weten: Bolan was niet voor honderd procent voorvechter van het macrobiotische en natuurlijke. Het pièce de resistance van mijn verzamelaar liet dat nog eens duidelijk merken: het snerpende staaltje gitaarrock ‘Elemental Child’ paste veel meer bij de band die ik opdeed van radio en tv.
De eerste T. Rex-lp die ik kocht, leek een betreurenswaardige vergissing. De man achter de kassa van dezelfde winkel waar ik The Slider had zien prijken, verdacht ik ervan dat hij mijn zenuwen wilde sussen door Tanx, de nieuwe lp, de hemel in te prijzen, met name vanwege de immense vooruitgang in Bolans gitaarspel. Ik had het niet op de aanstellerige hoes. Thuis wist ik geen raad met de veelheid aan stijlen, meteen al in het eerste nummer. Dat ‘Tenement Lady’ opent met een krachtig rock-riff, om halverwege zonder enige voorbereiding over te gaan in een ingetogen, volstrekt andere melodie en het daarbij te laten. Een hoofdregel van de popmuziek wordt binnen drie minuten met voeten getreden. Ik zou daar nu niet tegen zijn; toen vond ik het opgelegd gedoe. Slechts vier nummers leken mij de moeite waard. De hoes met pedante rockster, gezeten op een speelgoedtank, maakte het er niet vrolijker op: ik zag mij als piepjong koper uitgescholden voor een wrak stuk speelgoed, goed genoeg om plompverloren op neer te zakken.
We zouden hem wel krijgen: Bolans status als koning van de Britse hitparade vervloog alom razendsnel. Het verval deed bij de pompeuze single ‘The Groover’ nog even alsof er niets aan de hand was, maar nam spoedig serieuze trekken aan bij de opvolger, het zeker | |
[pagina 196]
| |
door penetrante achtergrondzang verprutste ‘Truck on (Tyke)’. Die achtergrondzang was het mene-tekel dat menigeen, ook Bolan, over het hoofd zag. Ik had algauw geen flauw idee wat T. Rex verder nog uitbracht. In 1977 reageerde ik lauw op de mededeling dat Bolan zich met zijn nieuwste plaat scheen te rehabiliteren: Dandy in the Underworld. Het maakte evenmin indruk dat hij kort daarna om het leven kwam bij een verkeersongeval. Dat was geen kwestie van rijden onder invloed of ander roekeloos gedrag, zoals het een gewezen superster betaamt. Bolan had zelf geen rijbewijs, het was Gloria Jones, zijn vriendin en prominent onderdeel van het penetrante achtergrondkoortje, die de macht over het stuur verloor. In de bocht stond een boom. Gloria Jones overleefde de klap, Bolan was, vlak voor zijn dertigste verjaardag, op slag dood. Prompt wist een voormalig manager de bbc te vertellen dat Bolan al jaren geleden had gezegd voor zijn dertigste bij een auto-ongeluk te zullen overlijden. Verhalen over Bolans welbewuste drang tot zelfdestructie kwamen in omloop. In een televisie-interview uit de hoogtijdagen antwoordt Bolan op de vraag wat hij over dertig jaar zal doen: ‘Ik verwacht niet oud te worden.’ Simon Napier-Bell, zijn ontdekker, deelde veel later nog eens mede dat Bolan al in 1966 de vrees had uitgesproken zijn einde te zullen vinden in een Mini. Voeg daaraan toe dat Bolan op ‘The Road I'm on (Gloria)’, zijn allereerste single, uit 1964, zingt ‘Cause the road I'm on, gal, won't run me home’, en de onontkoombaarheid van het ongeluk op nog geen kilometer van huis lijkt tragisch groot. Het zijn voorafschaduwingen die een naargeestige betekenis verlenen aan de talrijke verwijzingen naar auto's in de songteksten. Wie meezong met het zoals zo vaak onderhuids melancholieke ‘Metal Guru’, nam bij woorden als ‘metal guru is it true’ en ‘pollution machine’, wie weet zelfs deel aan Bolans afroep van het einde. Dat trof: ‘Metal Guru’ was de eerste hit waarbij critici suggereerden dat hij zijn nieuwe status als rockster stond uit te melken. De angelieke held heette steeds vaker fake. Niemand kon nog weten dat ‘Sally was an Angel’, een van de nummers op de allereerste demo van Tyrannosaurus Rex, opende met: ‘Sally was an angel/ but angels are a fake’. Bolan was op de hoogte. Ach, de meerderheid van het selecte gezelschap dat eerst met Tyrannosaurus Rex wegliep, was na A Beard of Stars, de eerste lp van T. Rex, toch al op de vlucht geslagen. Wie dan als lp-koper werd gegrepen door de zwoele energie van Electric Warrior, sloeg op hol, zodra de wufte held lange trossen hysterische meisjes achter zich | |
[pagina 197]
| |
aan kreeg, met scharen voor een haarlok. En na ‘Metal Guru’ en The Slider raakte de bezwerende macht van de diva die zijn mannelijkheid steeds minder verloochende, nog verder bedreigd: nieuwe, onschuldiger speeltjes als David Cassidy doken op, en anderen presenteerden de volwassen kant van de door Bolan ingezette glitterlijn, de glamrock: Roxy Music, David Bowie. Alle vluchtwegen stonden open. ‘Sally was an Angel’ kreeg zijn pendant in een hitsingle. De mogelijkheid spoedig massaal te worden bijgezet in het graf van onschuldige jeugdzondes vatte Bolan sarcastisch samen in het tweede couplet van zijn majestueuze stamper ‘Children of the Revolution’: I drive a Rolls-Royce
'Cos its good for my voice
Waarop het refrein: But you won't fool
The children of the revolution
Bolan was megalomaan genoeg om over singles die, zoals deze, de eerste plaats in de hitparade niet haalden, te beweren dat ze geen officiële releases waren. Toch wist hij donders goed: zouden de teenies van zijn eigen gracieuze revolutie hem beschuldigen van bedrog, dan was het afgelopen met de veilige weelde van zijn witte Rolls-Royce en zijn vocale vermogen.
Het werd hoog tijd om de teloorgegane status van, zoals dat heette, ‘progressief’ muzikant te heroveren. Als voorteken werden van Tanx geen singles getrokken. Het omen werkte niet: de pers liet, net als ik, weinig van de plaat heel. Nu, jaren na dato, ben ik op de hand van de man in de platenzaak: Bolans gitaarspel is sierlijk, vals en hoekig, een hele vooruitgang bij het rechtlijnige spel op Electric Warrior en The Slider. Ook beschikte ik vroeger over een veel te simpel platenspelertje om de overvloed aan slinks geplaatste bijgeluiden fatsoenlijk door de boxen te krijgen. Die bijgeluiden klonken voor hun tijd echter akelig onecht, waarbij Bolan bovendien andermaal kon worden verweten wat hem sinds T. Rex steeds werd aangewreven. Menig nummer kon rechtstreeks worden herleid tot een Amerikaanse bron, uit blues of rock-'n-roll, maar in die tijd geloofde de gemiddelde popjournalist in artistieke vooruitgang gepaard aan zuivere expressie, niet in citeren of | |
[pagina 198]
| |
hergebruik. Ook daar bleef Bolan mee bezig, ingebed in meer technologisch studiovertier, meer schandelijke onechtheid dan ooit tevoren. Maar met hetzelfde gemak als waarmee Bolan zich vier jaar later kon afficheren als de vader van de punk, zou hij met terugwerkende kracht op Tanx hebben kunnen pochen als de allereerste postmoderne pop-lp. Zonder de richting te verliezen rijgt hij, zo hoort nu de volwassene, stijl op stijl aan elkaar, versneden met hun kiene kunstmatigheden. Daaronder bevindt zich aan het einde van het sardonisch zoete ‘Mister Mister’ zelfs een rechtstreeks citaat uit Otto e Mezzo van Fellini, Bolans favoriete regisseur: het elektronische geluid als de raket in beeld komt. Alle versierselen liggen her en der verspreid over het aanhoudende rollenspel dat langs sarcastische en tedere momenten uitkomt bij ‘Left Hand Luke & the Beggar Boys’. Met regels als Myxomatosis is an animal's disease,
But I got so shook up mama that it ate away my knees
bouwt deze gospel over een stel randfiguren op naar de finale: Bolans stem eindigt in walging. Nu pas leg ik, zonder de vroegere ergernis, het verband met de spottende speelgoedtank en de soms metalliek vervormde stem, vaak onverwacht bitter. Waar Bolans stem op Electric Warrior en The Slider in volle verleidelijkheid de schande stond uit te wissen dat iets onbeduidends als Mungo Jerry een wereldhit had gescoord met een imitatie van zijn stemgeluid, is zijn stem hier zelfs in zoete momenten afstandelijk, eindigt ze in walging. Bolans teenies zouden zoiets een paar jaar later pas aanvaardbaar maken, maar wreven hem eerst zijn walging in. Bolan was ook over zichzelf niet helemaal tevreden. Het ultrakorte nummer ‘Shock Rock’ is opgebouwd uit twee thema's die uitlopen op een door de gitaar gepleegde imitatie van een mitrailleursalvo. De tekst bestaat uit niet meer dan de mededeling ‘Oh baby, pretty baby, oh baby you're my, you're my girl/ If you know how to rock, you don't have to shock’. Deze poëtisch beperkte regels krijgen portee bij de aanname dat Bolan zichzelf waarschuwend toespreekt als de ‘pretty baby’ van de overdonderende nerveuze hits uit diezelfde periode, de platen die mij het meeste aanspraken. Misschien was het mitrailleursalvo ook bestemd voor zijn publiekelijk geventileerde opvatting dat God uit zijn bol zou gaan bij het horen van T. Rex. En er was nog menig ander blijk van treiterige, lonkend geformuleerde megalomanie ge- | |
[pagina 199]
| |
weest, voorbode van het spelen met de media, zoals inmiddels, in welke sector dan ook, niet ongebruikelijk.
Voorlopers maken fatale fouten. Al in de dagen van Tyrannosaurus Rex moet Bolan hebben beweerd dat hij op het hoogtepunt van zijn roem zijn naam zou wijzigen in Zinc Alloy, Zinklegering. Na Tanx acht hij de tijd gekomen, maar dat is een akelige misrekening. Ondanks de waarschuwing aan ‘pretty baby's’ eigen adres ziet hij niet onder ogen dat hij zijn hoogtepunt al ruimschoots is gepasseerd: de laatste vijf singles hebben de eerste plaats in de hitparade niet meer bereikt. En ook al is zijn oude vriend David Bowie hem sinds Ziggy Stardust and the Spiders from Mars alom aan het voorbijstreven, Bolan blijft volharden in zijn plan T. Rex om te dopen in Zinc Alloy and the Hidden Riders of Tomorrow. Bolan mopperde, zowel publiekelijk als privé, zeker op Bowies succes, maar trok, goedhartig of koppig, geen enkele consequentie uit het feit dat Bowie goede sier maakte met een titel die aan Bolans stokoude voornemen was ontleend. De platenmaatschappij eiste behoud van het handelsmerk: Zinc Alloy and the Hidden Riders of Tomorrow verscheen dus als een product van T. Rex. Maar al had men zelfs de titel geschrapt, de pers kon duizend andere wagenwijd openstaande deuren intrappen. Meer nog dan bij Tanx wil Bolan voor eens en voor altijd aantonen dat hij een imposant kunstenaar is; dat hij kan experimenteren, arrangeren, rocken, soulnummers maken, wat je maar kunt bedenken, alles tegelijkertijd. De opgeblazen ambities lopen uit op een onherstelbare breuk met producent Tony Visconti, de man die hem mede had gemaakt tot wie hij was. De superster moet zijn meesterwerk zelf afmaken, maar heeft zijn inmiddels tot papperige omvang uitgegroeide hoofd niet voldoende bij elkaar om de consequenties van Visconti's afscheid te overzien: Bolan, jarenlang een vegetarisch asceet, zit onder de coke en de lsd, drinkt onophoudelijk champagne en cognac, heeft daarbij ook de geneugten van immense porties kippenvlees ontdekt. De kwikzilveren elf die glorieerde als het gewiekste amalgaam van Marlene Dietrich en Chuck Berry, maakt zijn Zinc Alloy in de gedaante van een verloren rondlopend varkentje, een chipolatapudding volgens anderen. Televisieoptredens uit die periode vallen vooral op door het mak van hem wegkijkende vrouwelijk publiek. Misschien is er juist daarom iemand die zielsveel van hem houdt, hem in alles steunt, hem niet waarschuwt dat hij over dat hoogtepunt heen is. Het betreft Gloria Jones, die eerder die pernicieuze | |
[pagina 200]
| |
achtergrondzang van ‘Truck on (Tyke)’ verzorgde en zich ook op de lp vocaal laat gelden zoals geen ander in de studio zich laat gelden, Bolan inbegrepen. Je moet wel weten waar je je tegenstem vindt. Bolan, ooit onder Visconti's supervisie kampioen van het recycleren, vergist zich danig in zijn capaciteiten als hij het waagt op een imitatie van Dylans hogelijk bewonderde ‘Desolation Row’. Al is het resulterende ‘The Leopards Featuring Gardenia And The Mighty Slug’ een van de weinige nummers op de lp die niet wegzakken in schrille geluidsexperimenten, daar is alles mee gezegd. Op een rudimentair soulschema zet hij vol dronkemansbravoure zijn onverbiddelijk Britse zang aan de dijk ten faveure van een parlando onder lachwekkend Amerikaans accent. Ook de tekstdichter is zijn oude zelf niet meer. Voor Tyrannosaurus Rex schreef Bolan fantasieën op basis van C.S. Lewis, Tolkien, Shakespeare, waarin hij dichter bij de werkelijkheid bleef dan de clichés omtrent zijn werk willen. Bij het succesvolle T. Rex verluchtte hij de teksten met malle tongue in cheek, aardse erotiek, onderhuidse maar altijd speelse tragiek. Op Zinc Alloy overschreeuwen de woorden zich. Mythisch bedoelde stedelijke personages waden tussen de vondsten van een rijmziek reclamebureau: ‘Malice to Pallas at the all night palace with Alice’. Het pompeuze rijmen en allitereren is bij het machteloos ineenstorten van de muzikale omgeving alleen maar melodramatischer. Zinc Alloy verleidt een recensent tot de vervloeking: ‘A thousand curses on his baco-foil jackets and may his mascara run all over his lip gloss in the heat of the spotlights.’ Het past wonderwel bij het melancholieke nummer ‘Change’, waarin hij die de volgens hem doorslaggevende metamorfose van zijn leven probeert, angst voor verandering bezingt: ‘Change is coming, you better run’. De kokette, theatrale afstand die in het verleden de melancholie temperde, Bolan tot de perfecte ‘fake’ tussen mens en engel maakte, is inmiddels echter kopje onder. ‘Change’ verzandt in een larmoyante gitaarsolo die voor de zoveelste keer binnen één lp bewijst dat Bolan, anders dan beoogd, niet op gelijke voet staat met Jimi Hendrix.
Na dit op elk gebied volstrekte debacle doet Bolan met de opvolger, Bolan's Zip Gun, een laatste, verwoede poging om te verwerven wat hij, onttroond en geridiculiseerd koning van de Britse hitparade, nooit voor elkaar kreeg: de heerschappij over de Amerikaanse charts. ‘Get It On’ was zijn enige Amerikaanse hit geweest, maar hij | |
[pagina 201]
| |
had moeten accepteren dat de plaat in de vs niet onder zijn echte titel mocht verschijnen. Officieel vanwege een concurrend Amerikaans nummer met vergelijkbare titel, maar vooral omdat ‘get it on’ voor ‘neuken’ staat. De plaat moest als ‘Bang a Gong’ door het leven, een gradueel verschil. Maar voor wie weet dat Bolan auto's en de dood meestal in rechtstreeks verband bracht, is diezelfde hit meteen een ander lied: You're built like a car
You got a hubcap
Diamond star halo
You're dirty sweet
And you're my girl
Dat de ernstige maar erotisch gecamoufleerde boodschap het onder extra camouflage moest zien te redden verergerde Bolans vernedering wellicht nog, maar ook die zet je niet recht met Bolan's Zip Gun. Voor een collectie vage liedjes, tussen hardrock, soul en disco in, brengt hij zijn sterkste troef om zeep: het kokette stemgeluid is futloos ineengezakt. Wat daar in verslaafde ielte nog van rest wordt meer dan ooit overschreeuwd door Gloria Jones, de achtergrondzang. Hij had deze veelgevraagde producente en schrijfster van soulnummers alsook sessiezangeres al enige malen ontmoet tijdens Amerikaanse tournees. In de periode na Tanx werd zij, die overigens als zangeres de oorspronkelijke versie van de latere megahit ‘Tainted Love’ op de plaat heeft gezet, beroepen tot T. Rex. Al spoedig werd ze ook de geliefde van de superster, die brak met zijn echtgenote, June. Tot een formele scheiding met de vrouw die jarenlang alle praktische kanten van zijn carrière op zich had genomen, hem tegen excessen zoveel mogelijk had beschermd, kwam het nooit. Maar de boodschap was duidelijk: Bolan wilde laten zien dat hij het niet alleen zonder Visconti, maar ook zonder haar streng toezicht af kon. Toch zei Bolan het zelf: ren voor sommige veranderingen beter hard weg. Enige scherpzinnigheid is bij het beheren van metamorfoses onontbeerlijk. Maar iemand die zelfdestructie in zijn vaandel voert en de Mini's van de toekomst vreest, geniet misschien juist volop als hij zijn vroegere fijne neus voor compositionele proporties plots besteedt aan andere activiteiten: Gloria bood hem, anders dan June, volop de kans om evenveel van haar als van kippenvlees, champagne, lsd, cocaïne te houden. June's oorspronkelijk achternaam was trouwens | |
[pagina 202]
| |
Child. Het in 1975 al welhaast antieke ‘Elemental Child’, Bolans eerste serieuze breuk met zijn rol als hippie, leek met haar in gedachten geschreven: ‘She once told me to think white/ And the night disappeared like a bird’. Op Bolan's Zip Gun is dat heel onschuldig bedoelde ‘think white’ vervangen door het bittere ‘Think Zinc’. Bolan, zo doet het nummer vermoeden, beseft dat niet alleen portierklinken van auto's, maar ook de handvatten van doodskisten van zinklegeringen worden gemaakt.
Andere zaken ook, maar die zijn voor later. Er kwam eerst houvast van vlees en bloed: Gloria raakte zwanger. Voor zoon Rolan ontworstelde de jonge vader zich grotendeels aan zijn verslavingen, besloot hij ook niet langer op de vlucht te blijven voor de Britse belastingen, naar Engeland terug te keren, zijn woningen in Amerika en Monaco op te geven. De krachtdadigheid werd beloond: hij kreeg een eigen televisieshow, en in 1976 verscheen een eerste artistieke rehabilitatie.
Welbeschouwd is Futuristic Dragon een onmogelijke titel voor om het even wat en wanneer. De plaat is bovendien gestoken in een fantasy-hoes waarop de ster inderdaad als draak verschijnt, vermoedelijk een gevolg van het feit dat het Engels geen exacte pendant van ons ‘drakerig’ kent. Ook kan men een wenkbrauw optrekken bij de balans tussen de instrumenten en de soms ietwat schelle geluidskwaliteit, maar de grote meerderheid van de dertien nummers zet bij mij die zorgen snel opzij. Bolan heeft zijn verleider, zijn bittere diva alsook zijn larmoyante gitaarheld hun congé gegeven, en de daaruit resulterende draak klinkt warm en betrokken als in de jaren van Tyrannosaurus Rex, scherper echter, ingetogen bitter. Hij roept zelfs enige schaamte op: hoe kon je die man zozeer in de steek laten dat je deze plaat pas vele jaren later voor het eerst hoort? Schuldgevoelens zijn misplaatst. Wie zeker weet dat hij vroeg verdwijnt, moet er nog iets van maken als alles verloren lijkt: met de achtergrondzang van de kersverse moeder nu als achtergrondzang, vlecht gracieuze levensmoed een speels dromerige atmosfeer bijeen, uitgespreid over een soul-ondergrond. Bolan heeft de kokette franje van zijn stem hervonden en uitgediept. Zijn tot mislukken gedoemde pogingen om bij meer Amerikanen dan Gloria Jones in het gevlij te komen, zijn gesublimeerd tot de beknopte tekst van het weelderig getoonzette ‘New York City’: | |
[pagina 203]
| |
Did you ever see a woman
Coming out of New York City
With a frog in her hand
I did don't you know (3x)
And don't it show
Rond deze simpele regels speelt Bolan het klaar om met meer tongue in cheek en sprookjesachtig flair dan ooit tevoren kond te doen van iets onzinnigs als een dringende waarheid. Ook zijn talent voor teksten die zowel beeldend als dramatisch zijn is niet teloorgegaan. ‘All Alone’ trakteert op een aaneenschakeling van beelden met onverwachte wendingen: zowel Michael Mouse als Zeus, zowel het uitlaten van de hond als een Engelse bard mogen meedoen. Laatstgenoemde, die wordt aangeraden zijn sporen te wissen, is een door menigeen verraden ‘movie-twitch’. Hij zit er met een ‘chrome guitar’ eenzaampjes bij. Maar Fellini's bewonderaar laat ook hier moed, charme, beweeglijke lichtheid de boventoon voeren, ergens boven de afgrond. In het ironische ‘Dreamy Lady’ is zelfs ruimte voor falsetacrobatiek rond een oneerzaam voorstel: O dreamy lady
Won't you come
To my bed
Night is the right time
To get acquainted with my head
In my bed
Hoewel Bolan eindelijk onderweg is om zich, zonder June Child en Tony Visconti, nieuw uit te vinden, is de beweeglijkheid van 's mans inmiddels wuft opgemaakte hoofd nauwelijks meer besteed aan de meeste kinderen van zijn glamoureuze revolutie. De lp staat één week in de Engelse lp-top 50: op plaats 50.
Alles verandert in een oogwenk, met of zonder mascara. Bolans teenies beklimmen in hun gedaante van punkgeneratie de podia. In een nieuw televisieprogramma dat hij met veel afgeslankte charme presenteert laat hij bands als The Jam hun televisiedebuut maken. Kruisbestuiving vindt plaats: waar de door hem ontdekte Siouxsie Sioux van The Banshees alleen al haar uiterlijk baseert op Bolans iets meer dan androgyn en tegelijkertijd lijkbleek opgemaakte verschijning tijdens de Futuristic Dragon-optredens, vindt Bolan in de punkbeweging steun voor zijn voornemen om terug te keren naar | |
[pagina 204]
| |
zijn aloude voorliefde voor Eddy Cochran, Chuck Berry, obscure rockabilly. Het nieuwe T. Rex, dat op Bolan na geen leden meer telt uit de vroegere verleidelijke hitmachine, tijgt op tournee met The Damned.
De laatste herkansing voor een nieuw verschijnen van Zinc Alloy heet Dandy in the Underworld. We noteren meteen een belangrijk feit. Gloria had het nog klaargespeeld om de afzonderlijk verschenen single ‘Tame my Tiger’ met haar sirenengekweel nog verder te vernachelen, maar dat was definitief de laatste keer: haar zang ruimt het veld. Het lag misschien aan de zorg voor het kind, misschien aan de regelmaat waarmee de angelieke held haar in zijn duisterste periode had geslagen, of hij had eindelijk ingezien dat hij zich minstens had vergist in haar stem. Zij bleef in ieder geval trouw aan zijn zijde staan, zoals dat heet: tot het bittere eind aan toe. Ze moest in The States een eigen lp opnemen. En kwam terug.
Dandy in the Underworld is zowel aanstekelijk oppervlakkig als pijnlijk serieus. Bolan, die zijn oude leesplezier heeft hervonden, zinspeelt in een interview op de mythe van Orpheus. Het lijkt hooggegrepen, maar beslist lijkt hier iemand te midden van een zorgeloos met de vogels mee kwinkeleren zijn testament op te maken. Er is een zondebok voor 's mans orphische weedom. Het streng repetitieve ‘Pain and Love’ schetst beknopt een carrière. De ik dwaalde in dagen van waanzin als een edelman door labyrinten, werd bezocht door visioenen. Van dergelijke bardenvreugd is niets meer over: Temples that are bleak and bleached
Are bleached up on the highway
God of truth returned just once
and made my prison homely
Don't make my life so lonely
Zij die Bolan nog in zijn duisterste megalomanie trouw bleef maar zijn excessen niet wist te temperen, laat staan te beteugelen, verneemt in dit nummer niet alleen dat bijvoorbeeld huiselijkheid gevangenschap betekent. Er is, Orpheus indachtig, zelfs de suggestie dat de voorgangster de ware was. Daarbij staat vast dat Bolan tijdens Gloria's afwezigheid June Child weer enige malen had ontmoet. Het kan van doen hebben gehad met de laatste fase in de lopende scheidingsprocedure. Maar dan is het opmerkelijk dat Bolan | |
[pagina 205]
| |
de tweede versie van zijn werkelijke testament, waaraan hij in die dagen moet hebben gewerkt, spoorloos heeft laten verdwijnen. Daar valt echter meer over te zeggen.
Terwijl die laatste lp door de Britse pers als comeback wordt ingehaald, neemt de 20th Century Boy de ruwe versie op van een nummer voor de eenentwintigste eeuw. ‘21st Century Stance’ lijkt een vrolijk rockabillynummer, maar de tekst liegt er niet om. Na ‘I know what I want and I know what I'm gonna say’ gaan we via regels waarin opnieuw een vrouw op gelijke voet wordt gesteld met een dodelijke auto, naar het refrein: Smash, bash, crash,
That's what my heart plays
De Rolls maakt nog deel uit van het wagenpark: Bolan geeft op zekere avond zijn chauffeur vrijaf. Gloria's Mini is twee dagen eerder voor een grote beurt naar de garage geweest: tiptop in orde. Zij is terug uit The States. Er is van alles te vieren. Een gezellige avond met vrienden volgt. Bolan is volgens ieder ander dan Gloria een tijdlang niet te genieten, stomdronken, agressief. Het gaat over. Op de terugweg, bij mistig weer, laat Gloria de Mini tegen de boom vliegen, op nog geen kilometer van huis. Politieonderzoek wijst uit dat iemand heeft gemorreld aan het linkervoorwiel. Een Rolls-Royce had daar in zo'n bocht geen moeite mee gehad, zegt men, ook niet bij een beschonken chauffeur. Bij een Mini zijn losgedraaide moeren dodelijk. Complottheorieën doen de ronde. Gloria Jones verschijnt voor de rechter, wordt vrijgesproken. De mijns inziens voornaamste kandidaat voor een eventuele doodslag is nooit genoemd, valt evenmin te berechten: Bolan zelf, de man die zich in het gevecht om en met de angst voor het einde voortdurend zelf uit moest vinden, en nu wellicht aantrad voor de onontkoombare laatste metamorfose die hem zou verlossen van hevige schuldgevoelensGa naar eind* en hem wellicht tot in de eenentwintigste eeuw onaantastbare roem als jonggestorven genie zou bezorgen. Smash, bash, crash. Hij wist wat hij wilde, wist wat hij wilde zeggen. En over Orpheus beginnen, als je er twee geliefdes op na houdt, is sowieso hybris: Orpheus had er maar één.
Er was ook dat tweede testament: dat wellicht vooral verdween omdat Bolan eindelijk inzag wat niet alleen hem boven het hoofd hing. Sluwe constructies met buitenlandse bv's, een idee van Junes advi- | |
[pagina 206]
| |
seurs, hadden hem sinds 1972 dan wel grotendeels behoed voor de Britse belastingen, maar hij had tot zijn eigen rijkdommen geen toegang meer. De jonge vader was, zo openbaarde het eerste en enige testament, persoonlijk nagenoeg failliet. Er is sprake van dat het een en ander binnenkort wordt rechtgezet, maar vooralsnog loopt zijn zoon, die samen met moeder jarenlang in armoe heeft geleefd, naar schatting veertig miljoen euro aan royalty's mis. De schaamte om zo'n vooruitzicht voor zoon en vriendin lijkt reden genoeg om wat moeren los te draaien. Ook moeren zijn vaak verzinkt.
Om het even: Bolan wordt door fans, oud en nieuw, inmiddels welhaast als een heilige vereerd, met de boom van de Mini als centraal bedevaartsoord. Hoewel hij nog in het laatste nummer van die laatste lp, ‘Teen Riot Structure’, mededeelt hoe futiel hij zijn tijd als wufte teenybopper vond, A tempest teen of stature in Gatsby hat and cloak
Licked upon my lollipop, but I didn't get the joke
As devastation mounted my wardrobes almost burned
The teens held hands on shifting sands and wonder what they
learnt
vergeven oude en jonge teens de angelieke dandy alles. Het maakt bijvoorbeeld geen verschil dat vriend en voorvechter John Peel, de dj, voorgoed aan de kant werd gezet toen hij ‘Get It On’ durfde te kritiseren, of dat Tyrannosaurus Rex, toonbeeld van zuiverheid, volgens Bolans broer geen andere revolutie beoogde dan de totale aanwezigheid van de gracieuze ster. Of ging het Bolans wat onhandige wentelingen misschien toch om niets anders dan ontroering middels gratie? Billy Elliot, de speelfilm over de zoon van een mijnwerker die op tegenstand stuit als hij balletdanser wil worden, is eerst met succesmomenten uit de T. Rex-catalogus doorspekt, bouwt dan spanning op voor wie T. Rex kent: Billy's danslerares vertelt het verhaal van Tsjaikovski's Zwanenmeer. Menig Engelsman verwacht ieder moment ‘Ride a White Swan’, de eerste T. Rex-hit, te zullen horen. Dat duurt even. Na allerlei verwikkelingen zonder een spoor van Bolan besluit de film met een fragment uit Het zwanenmeer. De krachtige sprong van de als de zwarte zwaan uitgedoste, inmiddels professionele Billy bevriest: Bolans moment van ontkoppelde lichtheid, ‘Ride a White Swan’ weerklinkt. Prins Siegfried ziet in Het zwanenmeer de zwarte zwaan per tragi- | |
[pagina 207]
| |
sche vergissing aan voor zijn geliefde, de witte zwaan. Normaal gesproken worden die zwanen vertolkt door een en dezelfde danseres. Hier in beeld én geluid door dezelfde danser: zo'n film over een mijnwerkerszoon die zich tot lichtheid opwerkt gaat immers net zo goed over Marc Feld, selfmade zoon van een vrachtwagenchauffeur. Het gracieuze slotbeeld vat Bolan samen als een gestalte van dansante elegantie in het zicht van de misrekening, ergens tussen het mannelijke en vrouwelijke in. Het is een kleine revolutie, maar ritselend en diepzinnig genoeg om er vrijelijk met een kikker in je hand vandoor te gaan in een elegante onzinnige vlucht boven alles uit. Het zal daarom zijn dat ik ben teruggekeerd bij de etterbak, zijn zinklegeringen op de koop toe neem, en niet langer zeur over de speelgoedtank. Soms verdient een waarschuwing zijn onduidelijkheid. |
|