De Gids. Jaargang 167(2004)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 192] [p. 192] Fotogedicht Hans Groenewegen statief na gisteren kan iemand weer hebben gelogen, zei hij, maar wie wijst hem mij aan, de leugenaar zeven fotografen liet hij in hetzelfde stijve uur van een windstille dag in de derde week van juni een foto maken van dezelfde populieren vanaf hetzelfde door hemzelf opgestelde statief en de leugenaar, bij vergelijking van de foto's, hij vond hem niet maar wie, zei hij, wie noemt mij iemand die weet of wie wijst er weet van heeft, die van zichzelf afwijst, is hij het zelf niet dezelfde fotografen, u moet ze kennen, een dag of wat later, het statief had hij laten staan, liet hij dezelfde veertien populieren langs de epte bij limetz door hen fotograferen opnieuw op het middaguur en geen zuchtje de beide negatieven van elk van de fotografen schikte hij nauwkeurig op elkaar en hij drukte zelf de zeven foto's af na de vergelijking, gisteren, besloot hij beide reeksen negatieven van de zeven bekende fotografen in elke mogelijke combinatie over elkaar in groot formaat af te drukken en de afdrukken te vergelijken, hij hield daarbij van de foto's en van het kijken [pagina 193] [p. 193] Monet, Peupliers au bord de l'Epte, 1891 hij herinnerde zich het veren van de bodem, de gestalten van de zeven fotografen, het wegen van het statief onder zijn linker arm, overwoog het woord zonnewende, de groeisnelheid van populieren, de invloed van dauw op de blad stand, voorzag een kathedraal, een remise, een wolk spreeuwen, rekende met het in vergetelheid raken van de fotografen Vorige Volgende