Zij woonde in het verderop gelegen C., en hoewel het ook daar moeilijk zou zijn om de bewuste appels te vinden, was het niet onmogelijk, zoals in K.
De dorpsbewoners betwijfelden echter of de dochter wel de moeite zou nemen om de appels te zoeken en te versturen. Het gerucht ging namelijk dat zij haar eerste echtgenoot had vermoord, en nu met haar twee bloedjes van kinderen op de vlucht was geslagen omdat haar tweede echtgenoot achter het moordverhaal was gekomen.
De oudjes wensten echter niets liever, behalve dan de levering van de twee appels binnen zeven dagen, dan dat zij hun dochter en hun kleinkinderen weer in hun armen zouden kunnen sluiten.
En zij voelden dat met de komst van de appels alles goed zou komen.
Met minder dan drie dagen, of om precies te zijn met nog exact vierenvijftig uur en twintig minuten te gaan, gebeurde het wonder.
Die zondagochtend, op 21 oktober, wreef de postbode om tien voor halfnegen de slaap uit zijn ogen, terwijl hij zocht naar zijn zakmes om de touwtjes van de postzakken los te snijden.
Hij keerde de eerste zak om terwijl hij zijn nekspieren los probeerde te maken.
Bij de omkering van de tweede zak liet hij een luide boer.
En terwijl hij de weer opgekomen smaak van zijn ontbijt wegslikte en de inhoud van de derde zak op de grond wilde kieperen, werd zijn aandacht getrokken door een postkoker die van de overige post was weggerold.
Het rollen weerklonk op de lemen vloer.
De adem van de postbode stokte en toen hij het pakketje oppakte, kreeg hij een droge mond.
In de kokerhuls bewogen twee afzonderlijke bollen tegen elkaar aan.
Zonder op of om te kijken rende de postbode met de koker in de hand naar buiten.
Hij schoot in zijn slippers, sprong op zijn brommer en draaide wild aan de starthendel, terwijl hij de koker stevig onder zijn arm geklemd hield.
Hoe graag wilde hij dat het waar was wat hij dacht, hoe graag wilde hij de gezichten van de oudjes zien, hoe graag wilde hij de eerste zijn die ze had ontdekt!
Maar hij zou op moeten schieten om de primeur te hebben, want terwijl hij wegstoof, rende het zoontje van de wasvrouw naar zijn