De Gids. Jaargang 166

[p. 704]

Medewerkers aan dit nummer

bernlef (1937) debuteerde in 1960 met de dichtbundel Kokkels. Daarna schreef hij een groot aantal gedichten-, verhalen- en essaybundels en een aantal romans. De bekendste zijn Hersenschimmen (1984), Publiek geheim (1987) en Boy (2000). Zijn meest recente publicatie is de verhalenbundel Verbroken zwijgen (2002).

huub beurskens (1950) was redacteur van De Gids. Hij publiceerde onder andere Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans) en Zomer in Montalla. Zijn poëzie tot 1998 werd verzameld onder de titel Bange natuur. In 1999 zijn tegelijkertijd twee dichtbundels verschenen: Een hemd in de wind en Het korte pad. In 2000 verscheen zijn roman O mores!, in 2001 de bundel De school aan zee en in 2002 Duivenhart.

raymond van den boogaard (1952) is politiek redacteur van NRC Handelsblad. Vroeger was hij voor diezelfde krant correspondent in onder andere de Sovjet-Unie, Berlijn en Joegoslavië, waarover hij de boeken Moskou aan zee en Gewijde grond publiceerde. In ‘Over en uit’ berusten alle overeenkomsten met werkelijk bestaande personen en omstandigheden op toeval.

arnon grunberg (1971) schreef o.a. de romans Blauwe maandagen (Anton Wachterprijs 1994), Figuranten en Fantoompijn (ako-prijs 2000), en een hedendaagse Lof der Zotheid, De Mensheid zij geprezen (Gouden Uil 2002). Zijn werk wordt in dertien talen vertaald. Hij publiceert regelmatig in NRC Handelsblad, de vpro-gids en Humo. Recent verscheen zijn roman De asielzoeker.

atte jongstra (1956) is schrijver, essayist en dichter. Hij publiceerde onder andere de roman Groente (1991), Het huis M. (1993), de essaybundel Familieportret (1996), de roman Hudigers hooglied (1999) en de essaybundel De tak van Salzburg (2002). In oktober 2003 verschijnt zijn omvangrijke roman De tegenhanger.

chris keulemans (1967) is schrijver en journalist. Zijn laatste boek, de essaybundel Van de zoemer naar de werkelijkheid, verscheen in 1997. ‘Hilario's oog’ is een hoofdstuk uit zijn roman De Amerikaan die ik nooit geweest ben, die volgend jaar verschijnt. Zie ook www.deamerikaan.nl.

marco kunst (1966) debuteerde in 1999 met de verhalenbundel De genietmachine. Hij publiceerde verhalen en artikelen in diverse tijdschriften, maakt beeldend werk (foto's, digitale collages, tekeningen) en is bezig met de afronding van zijn tweede boek, dat in het najaar zal verschijnen.

fouad laroui (1958) debuteerde in 1999 met de roman Kijk uit voor parachutisten. In 2001 verscheen de roman Judith en Jamal en in 2003 De tanden van de topograaf. In 2002 verscheen de dichtbundel Verbannen woorden.

frank ligtvoet (1954) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en vervulde verschillende functies in de literaire wereld. Hij woont sinds zijn werkzaamheden hem naar de vs brachten in New York. Hij debuteerde in 2002 als dichter in De Gids.

rob van der linden (1957) studeerde geschiedenis en woonde enige jaren in Israël. Hij debuteerde in 2002 met de roman De hand, de kaars en de mot die genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs. Hij werkt als communicatieadviseur in Rotterdam en speelt als slagwerker in een band. Het fragment ‘Het derde leven’ is afkomstig uit zijn tweede roman, Het logboek van Brandaan, die binnenkort verschijnt.

hedda martens (1947) publiceerde twee verhalenbundels, waarvan de tweede, Een naald op het water, in 1992 verscheen.

Vincent Overeem (1974) studeert cultuurwetenschappen. Hij debuteerde eerder dit jaar in De Gids met het verhaal ‘Knapkruid’.

[p. 705]

barber van de pol is vertaalster van onder meer Don Quichot. Sinds 1997 publiceert zij hoofdzakelijk eigen werk: Er was wat met Meneer Maker & Mevrouw Maker, Cervantes & Co, Kriblijn, Lieve Erasmus. Tweewekelijks verschijnt haar literaire column in de Volkskrant.

rob schouten (1954) is redacteur en columnist van Trouw en poëzierecensent van Vrij Nederland. Hij was van 1986 tot 1987 writer-in-residence aan de University of Min - nesota en van 1993 tot 1996 bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de vu. Recente publicaties zijn de roman Lusthof en de dichtbundel Infauste dienstprognose, waarvoor hij de Herman Gorterprijs 2001 ontving. Dit najaar verschijnt zijn dichtbundel Apenlier.

maria stahlie (1955) is schrijfster. Ze studeerde Nederlandse taal- en letterkunde en debuteerde in 1987 met de korte roman Unisono. Daarna schreef zij drie verhalenbundels en vijf romans. In 2002 verscheen haar roman De Lijfarts. Momenteel werkt zij aan haar tiende boek, dat waarschijnlijk Sint-Juttemis gaat heten.

erik vlaminck (1954) is schrijver en theatermaker. Daarnaast is hij docent/directeur aan de Schrijvers Academie in Antwerpen. Hij werkt aan een romancyclus met zeven op zich staande delen over verzwegen verhalen uit het Vlaanderen van de twintigste eeuw. Recent verscheen, los van de cyclus, bij Wereldbibliotheek de novelle Angélique.

l.h. wiener (1945) debuteerde in 1967 met de verhalenbundel Seizoenarbeid, die door de rechter werd verboden en uit de handel werd genomen. Hij schreef sedertdien twaalf boeken, merendeels verhalenbundels. Recent verscheen zijn roman Nestor (2002). Hij is werkzaam als leraar Engels in Haarlem. ‘De verering van Quirina T.’ is een fragment uit de gelijknamige novelle die volgend jaar zal verschijnen.

jos de wit geeft Nederlands aan buitenlanders. Hij debuteerde in 1997 met de verhalenbundel Grensbewoners, in 1998 bekroond met de aslk-debuutprijs. In 1998 verscheen zijn roman Herinneringen van een tomatenkweker. Een nieuwe verhalenbundel is in voorbereiding.

jan wijnen (1943) studeerde sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Tussen 1978 en 1980 maakte hij een reis om de wereld en was vervolgens enige tijd werkzaam als eindredacteur voor de geografische Spectrum Encyclopedie van de Wereld. Sinds 1983 is hij leraar aardrijkskunde aan het Haags Montessori Lyceum. Verhalen van hem verschenen in Hollands Maandblad, Bunker Hill en Lyra. In 2002 won hij de Apolloprijs, een Vlaams-Nederlandse prijs voor korte verhalen. Binnenkort verschijnt zijn eerste verhalenbundel.

gijs ijlander (1947) debuteerde met de roman De kapper (1988), bekroond met de Anton Wachterprijs en de Geertjan Lubberhuizenprijs. Na De kapper schreef hij - behalve een verhalenbundel en een toneelstuk - een zestal romans; voor Twee harten op een schotel (1998) ontving hij de Bordewijkprijs. Zijn meest recente boek, De nieuwe brug, verscheen in het najaar van 2002.