De Gids. Jaargang 166
(2003)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 401]
| |
[Nummer 6]Bij dit nummerAls aanduiding van de merkwaardige topografie van Oceanië wordt dat gefragmenteerde werelddeel wel aangeduid als een ‘vloeibaar continent’. Dat is een verleidelijke benaming, die mooi aangeeft hoe het onderlinge verband tussen de samenstellende delen sterker is dan hun wijdverspreide ligging over de Stille Oceaan suggereert. Op een iets andere manier zou men ook de Middellandse Zee als een vloeibaar continent kunnen opvatten. Ondanks zijn eeuwige stromingen is die zee immers het onwrikbare ‘middelland’ van de ‘oude wereld’. De Middellandse Zee als het vaste centrum te midden van onberekenbare en wisselvallige kustlanden. De Middellandse Zee als constante factor te midden van drie driftige continenten. Een zee die al duizenden jaren aan zichzelf gelijk is, terwijl op zijn kusten talen en alfabetten, rampen en beschavingen, kruistochten en oorlogen, kuddes en legers elkaar afwisselen. Met dat al is de Méditerranée tegelijk toneel, toeschouwer en hoofdrolspeler van Zuid-Europese, Noord-Afrikaanse en West-Aziatische geschiedenis, literatuur, handel en alle andere soorten van frictie en uitwisseling. Men kan - indachtig de woorden van Hendrik Marsman - bijna niet vermijden om althans in de geest van deze zee te schrijven, en anders beter de pen laten rusten. Dichters komen er genoeg aan het woord in deze aflevering van De Gids, allen geselecteerd om dit jaar op het Poetry International Festival op te treden, dat vanaf 14 juni in Rotterdam wordt gehouden en dit jaar geheel in het teken van de Middellandse Zee staat. In samenwerking met Poetry koos de Gids-redactie voor dit nummer een tiental gedichten die door de dichters zelf op de mediterrane openingsavond ten gehore zullen worden gebracht. Daarnaast wordt in dit nummer de ‘Defence of Poetry’-lezing afgedrukt die de Oostenrijkse dichter, poëzievertaler en romanschrijver Raoul Schrott tijdens het Rotterdamse festival uitspreekt. En tot slot van het dichterlijk gehalte van dit nummer zijn van een aantal op het festival uitgenodigde mediterrane dichters ter nade- | |
[pagina 402]
| |
re kennismaking enkele gedichten gekozen. Naast de dichters komen in deze poëtische Middellandse-Zee-Gids ook een aantal essayisten aan het woord over ‘hun’ zee. Elk op zijn eigen manier probeert het ‘vloeibare continent’ voor een moment in zijn essentie te vangen: literatuurhistorisch, autobiografisch of polemisch. Juist omdat de Middellandse Zee voor die pogingen in cultureel en historisch opzicht nu eenmaal te rijk en te ongrijpbaar is, blijft het de moeite waard het te proberen. Onze eigen Nederlandse zee baarde de volgende anekdote: de Bergense schilder Jaap Tol zag eens op het strand van Bergen aan Zee tot zijn verbazing een collega-kunstenaar met een schildersezel aan de branding zitten, kennelijk om de beweeglijke Noordzee in verf te kunnen vereeuwigen. In zijn artistieke ogen was dat een bizarre parodie op het kunstenaarschap en hij kon niet nalaten om op zijn vakbroeder af te stappen en hem toe te roepen: ‘Zal ik die golf daar even voor je vasthouden?’ Misschien is dat wat dit nummer wil: voor even de Middellandse Zee vastpakken en al was het maar een enkele golf trachten te bewaren.
Namens de redactie, maarten asscher dirk van weelden |
|