De Gids. Jaargang 166(2003)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 376] [p. 376] Frank Ligtvoet C.O. Jellema, dichter (1936-2003) Ik hoorde je eens zingen. Het klonk niet naar muziek: er klonk een schorre stem die steeds naar hoger reikte. Rood en buiten adem haalde je nog net de laatste noot. Je keek de kamer rond, tevreden: dit is wat ik wil, maar zingen in zinnen zonder komma's, kon je niet. Dat wist je even later ook. Aan je bureau schreef je weer woorden, die ploegend van leesteken naar leesteken, zochten naar een denkbegin van dat verlangde leven. Je vond het niet, want in elke gedachte school een beeld, dat als droge klei een breekbaar geheim was en met andere in broze zinnen bewaard wilde zijn. Zo dichtte je nog net bewoonbaar land. Groningen noemde je het, lieflijk alleen in een goede lente. Ik kwam daar graag, want gemakkelijker is het bezoeker dan bewoner te zijn. Ik voelde in de storm van de herfst het leven dat jij zocht, warmde me aan de winterzon, die jou verkilde. En ik wist dat aan het gemis en de kou jij ten slotte sterven zou. Beelden volgen beelden tot het eind. De stille dodenakker die jou bergt is dat een beeld? Van wat? Jouw Gronings land? Van tuin van goed en kwaad, van openbaring? Een paradijs? Een zomers hof van Eden waar kommaloos je zingen kan? Vorige Volgende