Medewerkers aan dit nummer
maarten asscher (1957) is schrijver, dichter en Gids-redacteur. Zijn laatste publicaties zijn Dingenliefde en Nachtvraat, beide uit 2002.
huub beurskens (1950) was redacteur van De Gids. Hij publiceerde onder andere Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans) en Zomer in Montalla. Zijn poëzie tot 1998 werd verzameld onder de titel Bange natuur. In 1999 zijn tegelijkertijd twee dichtbundels verschenen: Een hemd in de wind en Het korte pad. In 2000 verscheen zijn roman O mores!, in 2001 de bundel De school aan zee en in 2002 Duivenhart. (‘Bij een graf in Casarsa’ is een ‘lichte herwerking’ van een gelijknamig gedicht dat eerder verscheen in de bundel Aangod en de afmens).
desanne van brederode (1970) debuteerde in 1994 met de roman Ave verum corpus - Gegroet waarlijk lichaam. In 2001 verscheen de roman Mensen met een hobby, en in 2002 stelde zij Mijn denken is een hartstocht samen, een bloemlezing van filosofische teksten uit de negentiende eeuw.
h.m. van den brink (1956) is redacteur van De Gids. Later dit jaar verschijnt zijn roman Koningsdochter.
leonoor broeder (1950) is redactiesecretaris van De Gids en fondsredacteur bij uitgeverij Meulenhoff. Zij recenseerde Engelstalige literatuur voor Het Parool en de Volkskrant en is vertaler. Woorden van de wereld (2002) van A. de Swaan is haar meest recente vertaling.
els broeksma is redacteur van De Gids en van het Biografie Bulletin, bestuurslid van de Werkgroep Biografie en lid van de Adviesraad van het Fonds voor de Letteren. Voorheen doceerde zij moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en was o.m. directeur van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
prof. dr. a.j. dunning (1930) is emeritus hoogleraar Cardiologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef recent Betoverde wereld. Over ziek en gezond in onze tijd (1999).
arnon grunberg (1971) schreef de romans Blauwe maandagen (1994), Figuranten (1997) en Fantoompijn (2000). Hij schrijft verder korte verhalen, vele columns, essays en gedichten. Zijn werk wordt uitgebracht in Amerika, Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Japan, Spanje en Zweden. Hij woont in New York en is werkzaam in de horeca.
arnold heertje is student aan de Economische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam sinds de zomer van 1951.
jan jacobs mulder (1940) is beeldend kunstenaar en schrijver. Hij schreef onder meer Jacobs Wapen, Zij gingen de lucht in als engelen met heimwee, Ziet de dag komt aan.
atte jongstra (1956) is schrijver, dichter en essayist. Hij werkt momenteel aan een romandrieluik getiteld ‘De toren van Villechaise’, waarvan het eerste deel, Hudigers hooglied in 1999 is verschenen. Deel twee, De tegenhanger, verschijnt dit jaar en het laatste deel, Torenbouwers, staat gepland voor 2004.
liesbeth koenen (1958) is taalkundige en freelance journalist. Ze schreef onder meer de volgende boeken: Het vermogen te verlangen (9 letters), gesprekken over taal en het menselijk brein; Gebarentaal, de taal van doven in Nederland en samen met Rik Smits Basishandleiding Nederlands en E-mailetiquette.
nausicaa marbe (1963) is de auteur van de roman Mândraga (1998) en de novelle Kader, Lulu, Moses en ik (2001). Ze schrijft voor Vrij Nederland en Trouw.
ileen montijn is historica, schrijfster en columniste. Zij publiceerde onder meer Leven op stand 1890-1940. Onlangs verscheen van haar Naar buiten! Het verlangen naar landelijkheid in de negentiende en twintigste eeuw.
annet mooij (1961) is zelfstandig onderzoeker en redacteur van De Gids. Ze schreef onder andere De polsslag van de stad. 350 Jaar academische geneeskunde in Amsterdam (1999).