De Gids. Jaargang 166(2003)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 203] [p. 203] H.M. van den Brink Aan een dode dichter Hij heeft zijn eigen grafschrift uitgegeven In dundruk, bijna duizend keer Hij heeft de woorden steeds herschreven Zonder de andere wapens neer te leggen: Vuist, revolver en geweer Hij die de oorlog doorbracht achter hoge hekken En klaagde dat zijn vrijheid werd ontwricht In plaats van ruimte kreeg hij Rekken Zijn Thebe heette Neede en de leegte Hoonte Dat schimmenrijk was een gesticht Het lichaam van de vrouw werd opgeheven Maar op papier bestond zij voort Wezenloos, als het gegeven Dat tot het bot ontleed moest worden Want de dichter heeft een vrouw vermoord - Maar doet geen penitentie En artsen, landverraders, sycofanten Liefhebbers van de poëzie Geven hem zijn vrijheid terug Zoals de hoer hijgt voor haar klanten Hij leeft dan stil, hij richt zijn heg en snoeit de tuin, Die overwoekerd raakt met eerbewijzen Een bloedlichaam gestold in de aluin En wie hem niet genezen kon Bezoekt zijn huis om hem te prijzen [pagina 204] [p. 204] Zijn dichten is een cenotaaf, een cryptogaam, een trieste sexoïde Het is een blauwzuur voor de ziel Een lexicon om te verbieden Dat er een regel is die ademhaalt Deze osmose blijft steriel Die laatste avond stond zijn hart aan het roer En scheepte angst en afkeer bij zich in En gleed over de spiegeling Van al wat het geleden had Om rijm en vers Naar een eind dat even zinloos was als het begin: Taal van de kunst, verlaten stad Sfinx zonder glimlach en Vergeetboek van een wilde jacht Ook ik heb ooit gedacht dat je kan horen zonder ogen En dat er taal kan zijn zonder muziek Een kind dat door geleerdheid werd bedrogen En net als hij de rondweg zocht Om het atoom van de tragiek Symbolen worden tot obolen De kiel is enkel dood gewicht Wanneer het uur van afvaart is gekomen Blijkt schrijven zinloos zonder sterven Kan sterven heel goed zonder schrift Vorige Volgende