Billy eigenlijk het liefste wilde: terug naar datgene waarvoor zijn angst onafzienbaar was: de loopgraven in Frankrijk.
Naarmate de tijd verstreek en Billy meer en meer ging vertellen, niet alleen over de oorlog maar ook veel over zijn leven van voor de oorlog, over zijn vroege jeugd, goeddeels getekend door liefdeloosheid en onverschilligheid, en over zijn onvermogen te kiezen tussen zijn heteroseksuele en homoseksuele verlangens, ging ik almaar heftiger hopen dat Rivers Billy bij zich zou houden, niet in Craiglockhart misschien, maar weg van de Franse loopgraven. Mijn opluchting was groot toen hij hem invalide verklaarde en in het voorjaar van 1918 naar Londen liet vertrekken. Hij kon daar gaan werken bij de inlichtingendienst van het ministerie voor Munitie. Maar het was slechts een intermezzo. Ik had het kunnen weten. Als er iets duidelijk was geworden, dan was het dat een gewoon leven voor Billy voorgoed onmogelijk was geworden. Hij kreeg opnieuw last van ‘schemertoestanden’, wist van hele stukken dag of nacht niet meer waar en met wie hij ze besteed had. Dit intermezzo in Billy's leven viel ook samen met een intermezzo in de oorlog: in heel Engeland was de angst groot na al die jaren toch nog door de Duitsers verslagen te worden. Dat zorgde voor een soort panieksfeer en een heksenjacht op groepen die als mogelijke schuldigen werden aangewezen. Pacifisten en homoseksuelen waren de eersten die het moesten ontgelden. Billy zocht weer contact met Rivers en deze keer slaagde hij erin hem ervan te overtuigen dat hij fit was voor actieve dienst.
In september 1918 vertrok Billy naar Noord-Frankrijk om deel te nemen aan de laatste en misschien wel krankzinnigste slag van de hele oorlog: die bij Joncourt. Wilfred Owen ging ook. Ik wist dat Owen zou omkomen en ik wist dat Sassoon, die al eerder naar de loopgraven was teruggekeerd, niet zou omkomen, maar ik wist toen nog niet wat er met Billy Prior zou gebeuren. En toen volgden de gevechten: een lange mars door complete woestenij en destructie, dode paarden, dode mensen, stank, het regende bijna onophoudelijk, heel even klaarde het op en staarde Billy naar de ondergaande zon, maar die bleek op te komen. Hij schreef het nog aan Rivers op een briefkaart: dat hij de ondergaande zon had zien opkomen. Kort daarna hebben ze de oever van het Sambre-Oisekanaal bereikt en begon het offensief. ‘He was hit, one arm trailing over the edge of the canal and he knew it was only a matter of time before he was hit again, the gas was thick here and he couldn't reach his mask. Banal, simple, repetitive thoughts ran round and round his mind. He saw Owen die, his body lifted off the ground by bullets, describing a slow arc in the air as it fell. It seemed to take for ever to fall, and Pri-