Hij krijgt hier in zijn stal bij Naturalis een mooie oude dag, waar menig stier jaloers op zou zijn.
Herman is een gewone stier, maar hij is eveneens heel bijzonder: hij is het eerste rund ter wereld waaraan wetenschappers een stukje dna hebben toegevoegd. Dit stukje dna zit in alle cellen waaruit zijn enorme lichaam is opgebouwd. Herman is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek waarmee Leiden tien jaar geleden de eerste plaats ter wereld werd waar de mogelijkheid ontstond zoogdieren genetisch zo te veranderen dat ze medicijnen maken in hun melk. En koeien produceren veel melk, dus zouden ze grote hoeveelheden medicijnen kunnen leveren.
Toen bleek dat Herman als genetisch gemodificeerd dier ter wereld was gekomen, barstte de discussie los. Het spontane maatschappelijke debat over genetische modificatie in het algemeen en Herman in het bijzonder, was destijds aanleiding voor het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij om de zaak ter hand te nemen. Het genetisch veranderen van dieren is verboden, tenzij het ministerie hiervoor vergunning verleent. Dit gebeurt alleen wanneer de genetische verandering niet op onacceptabele wijze ten koste gaat van de gezondheid of het welzijn van het dier, er geen alternatieven zijn én er geen zwaarwegende ethische bezwaren tegen de toepassing bestaan. Dit wordt het ‘nee-tenzij-beleid’ genoemd.
Een ethische commissie besloot in 1992 dat Herman zich mocht voortplanten. In de twee daaropvolgende jaren kreeg hij vijfenvijftig nakomelingen. Omdat het toegevoegde gen bij Herman nog niet goed werkte, produceerden zijn dochters maar heel weinig van het gewenste medicijn. Zij zijn in opdracht van het ministerie na het wetenschappelijk onderzoek gedood.
Dames en heren, Herman is niet geslacht want voor ieder van ons is hij een symbool. Zijn geestelijke vader, Herman de Boer, verklaarde onlangs tegenover het Leidse universiteitsblad Mare: ‘De maatschappij moet uiteindelijk bepalen wat er kan en wat niet. Niet de eenzaam worstelende wetenschapper.’ Voor dierenbeschermers had Herman nooit geboren mogen worden, maar nu hij er eenmaal is, willen ze hem zoveel mogelijk beschermen. Hij spreekt meer tot de verbeelding, hij is meer aaibaar, dan de miljoenen muizen die in laboratoria genetisch worden gemanipuleerd. Voor de patiëntenverenigingen is Herman de gemiste kans en voor de biotechnologie is hij het levende bewijs voor de wet van de remmende voorsprong. Voor de overheid staat Herman symbool voor de toenemende invloed van de burger op het beleid.