| |
| |
| |
Joost Zwagerman
De dood van een uptown girl.
Een herdenking
Death can really make you look like a star
Andy Warhol
Edie! Edie Sedgwick! Van alle eendagsvliegen, multi-druggebruikers, would-be kunstenaars en andere misfits die sinds het begin van de jaren zestig Andy Warhols Factory bevolkten, was het vooral Edie die Warhol aan een showbusinessachtige sterrenstatus hielp. Alle anderen in de Factory hadden misschien street credibility, maar Edie straalde de high style uit van iemand uit een gegoede familie. Ze wás ook van uitstekende komaf. Na haar high school had Edie korte tijd in Cambridge gestudeerd. Daar zocht ze al snel het gezelschap van de homoseksuele dandy's. Alsof ze zich had willen voorbereiden op de nichtenkringen rond de Factory.
Edie had geld, als enige van het stel in de Factory. Ze bezat meer geld dan Warhol zelf. Het was oud geld, waar ze mee smeet alsof het ballast was. Francis Sedgwick, Edies vader, hoefde niet te werken voor zijn geld - dat hadden zijn voorvaderen al voor hem gedaan. In zijn vrije tijd deed hij aan polo en dreef hij een ranch. Ooit had hij zich vermeid in het schrijven van een roman, The Rim, en het boek had nog enig succes ook. De Sedgwicks hadden acht kinderen. Een vriend van de familie zei: ‘Die acht kinderen zijn allemaal even overrompelend knap. Ze zien er allemaal uit als Kennedy's.’
Zeven jaar nadat Warhol haar had leren kennen, stierf Edie Sedgwick aan een overdosis barbituraten. In het autopsierapport staat vermeld dat niet kon worden vastgesteld of het een ongeluk was of zelfmoord. Edie Sedgwick werd begraven in Ballard, een gehucht in de buurt van Santa Barbara, Californië. Ze was achtentwintig jaar. Op de begrafenis waren zo'n honderd mensen aanwezig, het merendeel afkomstig uit de wijdverspreide Sedgwick-clan. Er was niemand van de Factory overgevlogen uit New York, Gerard Malanga niet, Billy Name niet, Brigid Polk niet. Andy Warhol zelf al helemaal
| |
| |
niet. Hij was bezig met een film waarin de belangrijkste nieuwe vrouwelijke Factory-leden zouden acteren.
Wat was Warhol blij met Edie, in 1965. Zijn entourage van ‘supersterren’ stond nog in de kinderschoenen. Edie was een grote vangst. Ze was zijn ideale pupil. Net zo frêle als Twiggy, maar niet zo knokig. Smalle schouders, cupje a, een doorschijnende huid. En dan die wenkbrauwen! Een ander zou ze epileren, maar niet Edie. Die wenkbrauwen, dik als rupsen vlak voor het ontpoppen, waren haar handelsmerk. En ze stonden haar fantastisch. Die wenkbrauwen gaven drama, diepte, droefenis aan haar gezicht. Toen Truman Capote haar voor het eerst zag, beleefde hij een kleine schok. Edie was tot in detail zijn Holly Golightly, het ongrijpbare meisje uit zijn roman Breakfast at Tiffany's. Behalve dan dat Holly niet en Edie wel echt rijk was.
Warhol zelf vergeleek Edie weleens met Judy Garland. Maar Edie kleedde zich beter, vond hij. Ze droeg meestal zwarte nylons met erboven een kort bontjasje. Warhol claimde dat Edie de minirok had uitgevonden. Edie haalde de covers van Life Magazine en Vogue. Liep modeshows in Europese steden. Warhol viel voor haar beeldkwaliteit. Henry Geldzahler zei later: ‘Andy had altijd het gevoel dat hij onaantrekkelijk was en wie bij Edie was, werd Edie. Hij vond het geweldig om met haar in het openbaar te verschijnen. Ze was een van zijn egobeelden.’ Andy en Edie, hét glamourpaar van New York. Collectioneurs en zakenmannen stuurden limousines naar de Factory om de twee op te halen voor hun feestjes. Time schreef dat Warhol en Edie samen het tot nog toe meest geslaagde Pop-kunstwerk waren.
Edie zelf hechtte weinig belang aan haar reputatie als fotomodel voor Vogue. Ze vond dat ze bij de Factory, bij Andy hoorde, dat was veel belangrijker. Heel prettig voor haar was dat alle mannen in de Factory homo waren. Niemand die haar het bed in probeerde te krijgen - wel zo rustig, voor de verandering. Akkoord, Andy wilde dat ze zich uitkleedde voor de camera en ging liggen vozen met jongens van de straat. Maar dat was kinderspel in vergelijking met de alledaagse opdringerigheid van mannen van buiten de Factory. Zelf bewaarde Warhol in fysiek opzicht grote afstand tot Edie, behalve dan die ene keer dat alle feesten in Manhattan voorbij waren en Edie geen zin had om met een man mee te gaan en aan Warhol vroeg of ze niet een hotelkamer konden delen. Ze sliepen naast elkaar, die nacht. Warhol kon niet slapen en bestudeerde Edie: ‘Ze sliep, maar haar handen bleven maar bewegen. Ze krabde zichzelf, plukte aan haar haar en trok eraan, in haar slaap. Ik weet het niet,
| |
| |
misschien had ze een nachtmerrie. Maar van anderen hoorde ik later dat haar handen nooit rust hadden als Edie sliep. Zelfs in haar slaap bleef ze gespannen. It was really sad.’
Behalve dat zij glamour binnenbracht in de Factory, kan het niet anders of Warhol zag in Edie de sierlijkst denkbare engel des doods. Ook dat kwam heel goed uit. In 1963, na het maken van de series van Marilyn Monroe, de Campbell-soepblikken en de dollarbiljetten, zocht Warhol naar een kentering in zijn werk. De entrepreneur en toenmalige conservator van het Metropolitan Museum Henry Geldzahler adviseerde hem ook dat het tijd was voor iets anders. Toen Warhol hem de pentekeningen liet zien die hij had gemaakt van actrice Joan Crawford, reageerde Geldzahler niet echt enthousiast. Hij zei: ‘It's enough life. It's time for a little death.’ En Geldzahler gaf hem de New York Mirror en wees hem op de vette kop op de voorpagina: ‘129 Die in Jet!’ De dood, daar kon je veel meer mee doen dan met celebrity's. Warhol maakte meteen een acrylschilderij van het krantenbericht. En begon vervolgens aan de befaamde Suicide-series, alsmede de printseries van auto-ongelukken. ‘I realized that everything I was doing must have been Death,’ zei hij in 1963 in een interview. Via de auto-ongelukken kwam hij uit op de befaamde Big Electric Chair-reeks. De dood volgens Warhol: een elektrische stoel uitgevoerd in frivool roze, sfeervol groen of warm rood. Die laatste kleur gebruikte hij ook voor de Atomic Bomb-serie.
Juist in de tijd waarin Warhol naar eigen zeggen de Pop-factor van de dood ontdekte, kwam hij Edie Sedgwick tegen. Ze was eenentwintig en wilde alleen maar dansen. ‘I have to dance certain things out,’ was haar slogan. Ze werd nooit moe van dansen in de clubs waar ze met de Warhol-entourage naartoe ging; de speed stelde nooit teleur. Wat ze ‘eruit’ te dansen had, was de zelfmoord van haar broers, Robert en Francis. Allebei waren ze overleden kort voordat Edie en Warhol elkaar hadden leren kennen. Francis was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis nadat hij tijdenlang dagelijks bijbelteksten schreeuwend in Central Park op een zeepkist had gestaan. Hij had zijn vader verteld dat hij op mannen viel. Sedgwick senior had hem geëxcommuniceerd. Een Sedgwick doet niet aan die vuiligheid. Een dag voor zijn zesentwintigste verjaardag hing Francis zich op. Edies oudste broer Bobby hield van motorrijden, maar nog meer van de dood. Hij flirtte met de dood. Al zijn broers en zussen wisten dat Bobby niet voor niets zonder helm reed, en het liefste langs steile hellingen. De politie stelde een rapport op waar de ouders in geloofden. Dood door een verkeersongeval. De zes overgebleven kinderen wisten wel beter. ‘I knew he was going to
| |
| |
die,’ vertelde Edie aan haar vrienden in de Factory. ‘He killed himself.’
Twee dode broers, een bruut als vader, en een ingesleten nervositeit die nog werd verergerd door haar gretige inname van diverse soorten verdovende middelen: Edie had de dood op haar schouders zitten. Niemand die het zag, maar Warhol wel. De dood als meisje van eenentwintig. Mooier kon het niet. Warhol had net zijn lowbudgetfilm Suicide voltooid, en het speet hem enorm dat hij Edie niet eerder had leren kennen, want dan had hij haar de hoofdrol gegeven. In plaats daarvan speelde ze in andere van zijn films. Poor Little Rich Girl, Kitchen en Beauty-2. In die films had Edie meestal geen vaste tekst, eerst omdat Warhol dat niet nodig vond, later omdat Edie meestal onder invloed was van drugs en niets meer vanbuiten kon leren. In de films praat en ligt en zit en nikst Edie. Dat doet ze geweldig. Edie had eigenlijk nergens echt talent voor, ze kon niet goed zingen of acteren, maar Aanwezig Zijn In Een Warhol-Film, daarin was ze onovertroffen.
In Beauty-2 wordt Edie zogenaamd vermoord door haar tegenspeler, ene Gino, een gigolo die door Warhol uit een hoerenkit was geplukt. Deze Gino had er geen bezwaar tegen om Edie voor de camera te neuken. Lastig alleen dat Edie zelf daar nu net tijdens de opnamen niet zoveel trek in had. Buiten beeld stelde iemand haar vragen die steeds pijnlijker en agressiever werden. Over haar uiterlijk. Was ze niet te mager? Waarom had ze nauwelijks borsten? Over haar vader, haar broers. Als Edie eindelijk breekt, zoomt de camera in. Wow, Edie's crying! En zoals ze dat deed... Met die oogverblindende wenkbrauwen die kantelden en als een schuin dakje boven haar ogen kwamen te staan.
Kitchen en Beauty-2 maakten van Edie een undergroundheldin. Inner Manhattan dweepte met haar. Sommigen adviseerden haar om bij Andy Warhol weg te gaan, want hij betaalde haar niet voor haar rollen. En belangstelling voor Edie uit Hollywood wimpelde Warhol gehaaid af. Edie moest wel voor hemzelf blijven.
Toen leerde Edie Bob Dylan kennen. Erger kon het volgens de Warhol-claque niet. Wie tot de Factory behoorde, lieerde zich automatisch aan de Velvet Underground, in het bijzonder aan Nico en Lou Reed. Bob Dylan vertegenwoordigde voor hen het mediocre van de jaren zestig. Edie wist niet voor wie te kiezen. Warhol, klaagde ze tegenover wie het wilde horen, nam alleen maar en gaf niets in ruil terug. Ze begreep steeds minder wat hij precies van haar wilde. Hij maakte haar nog nerveuzer dan ze al was. Henry Geldzahler, altijd de bemiddelaar, probeerde haar over te halen bij de Factory te
| |
| |
blijven. Maar ze was steeds minder aanspreekbaar. Geldzahler: ‘She became very vulnerable, very skinny, very hysterical.’ Anderen zeiden dat ze altijd leek te gillen, ook als ze niet gilde. Waar ze kwam hoorde je een soort supersonische fluittoon.
Bob Dylan bracht ‘Like a Rolling Stone’ uit, met daarop een paar venijnige opmerkingen over zowel Warhol als Sedgwick - Warhol werd gediskwalificeerd als ‘Napoleon in Rags’. Toch werd er een verbroederingspoging ondernomen. Warhol bood Dylan aan te acteren in een van zijn artfilms. Maar dan moest hij wel een screentest doen. Een screentest. Dat had hij met zijn straatjongens en -meisjes nooit gedaan. Die zette hij gewoon voor de camera. Dylan stemde nog in ook. Toen hij naar de Factory kwam en de test voorbij was, vond Bob Dylan waarschijnlijk ineens dat hij was vernederd. Snel verliet hij de Factory weer, maar niet voordat hij nog snel een Elvisprint had meegegrist, mompelend dat hij die print als betaling voor de screentest beschouwde. Later hoorde Warhol via via dat Dylan het schilderij als dartbord had gebruikt en het daarna met iemand had geruild voor een sofa. Nauwelijks tien jaar later kon je zo'n Elvis-print niet meer voor minder dan vierhonderdduizend dollar kopen. Nee, naar zo'n smakeloze hippie als Bob Dylan liep je als rechtgeaard Factory-lid niet over. Maar Edie deed dat wel.
Warhol maakte nog één film met haar. Titel: The Death of Lupe Velez. Want het was weer tijd voor ‘a little death’. Er was opnieuw geen script, maar Warhol had haar globaal het verhaal verteld. Net als voorheen is Edie aan het praten, lopen en niksen. Wat ze zegt is van geen belang - maar ja, die stem van haar, met de toonhoogte als van een kind van acht, maar tegelijk hees als van een diva van dertig. Een onweerstaanbare combinatie. In The Death of Lupe Velez doet Edie dingen die zelfs Warhol niet had voorzien. Vrij onverwacht zet ze een kring van kaarsen om haar bed en neemt een handvol barbituraten, zogenaamd haar zelfmoord voorbereidend. Vond ze wel een leuk idee. De film sluit af met een scène waarin Edie haar hoofd in een wc-pot steekt en doet alsof ze in haar eigen braaksel stikt.
Nog voordat de film werd voltooid, regelde Dylan via een zaakwaarnemer een afspraak met Edie. Ze zouden elkaar in een restuarant in midtown ontmoeten. Maar iemand van de Factory-cercle begeleidde haar ernaartoe. Dylan arriveerde in een limousine en weigerde met haar te praten zolang er ‘Warholianen’ in de buurt waren. Toen kwam, onverwacht, Warhol zelf binnen. En Edie werd gedwongen tot een keuze. Ze vertrok met Dylan.
Op weg terug naar de Factory namen Warhol en zijn vrienden
| |
| |
een omweg naar de plaats waar kort ervoor een jonge balletdanser die enkele maanden bij de Factory-clan had gehoord, zelfmoord had gepleegd. Warhol staarde een tijdje naar het raam waar de danser uit was gesprongen en vroeg toen aan niemand in het bijzonder: ‘When do you think Edie will commit suicide?’ Toen er geen antwoord kwam, zei Warhol: ‘I hope she lets us know so we can film it.’
De rest is naspel. Edie weg? Nou, dan is Edie maar weg. Voor haar tien anderen, redeneerde Warhol. Steeds meer vrouwen en meisjes zochten aansluiting bij de Factory. Sommigen namen alvast maar een pseudoniem aan waarvan ze dachten dat het bij Warhol in de smaak zou vallen. Viva, Ingrid Superstar. Uit de cercle van Salvador Dalí kwam ene Isabelle Dufresne, die speciaal voor Andy graag Ultra Violet wilde heten. En allemaal werkten ze mee aan Warhols films, behalve Viva en Ultra Violet ook Valerie Solanas, maar die laatste bleek een bedrijfsfoutje, want Solanas wilde Warhol dood hebben, wat haar in 1968 nog bijna lukte ook, toen ze in de Factory vier kogels op Warhol afvuurde. Kwam Warhol in het ziekenhuis. Verkeerde op het randje van de dood.
Edie pendelde intussen tussen New York en de westkust, en nam met het jaar meer - en zwaardere - drugs. Lang had ze het niet uitgehouden in de kring rond Dylan. Het was veel te veel een heteroclub. Al die jongens rond Dylan wilden met haar naar bed, en als ze eens nee zei, stopten ze haar net zo lang vol drugs tot haar ‘nee’ vanzelf een dizzy ‘ja’ werd. Maar terug naar de Factory ging niet meer. Wílde ze ook niet meer. Eind jaren zestig speelde Edie nog de hoofdrol in een ‘aboveground underground’-film, Ciao Manhattan! Het maken van die film duurde veel langer dan was beoogd, omdat Edie steeds vaker nauwelijks aanspreekbaar was vanwege haar druggebruik. Wel vond ze het eindelijk echt aardig om de hele tijd met blote borsten rond te lopen, want ze had ze laten vergroten. Ze ontsnapte aan de dood toen haar appartement in brand vloog nadat ze te midden van brandende kaarsen door een te grote dosis barbituraten in coma was geraakt. Net als in de film. Ze nam haar intrek in het Chelsea Hotel, maar durfde daar niet meer te komen nadat ze ook daar brand had veroorzaakt. Tijdelijk terug bij haar familie aan de westkust stemde ze in met opname in een psychiatrische inrichting. Ze verliet de inrichting voortijdig. En keerde er weer terug. Kreeg elektroshocks. Sloot zich in de westkust aan bij een motorclub omdat die jongens makkelijk aan harddrugs konden komen. Ze liet zich neuken in ruil voor speed en heroïne. Werd opnieuw opgenomen. In het ziekenhuis vertelde ze aan wie het maar horen wilde dat Andy Warhol de duivel in eigen persoon was; dat hij mensen
| |
| |
aantrok en leegzoog. Edie ontmoette in de inrichting ene Michael Post, een student van eenentwintig die van de drugs af wilde komen en met wie ze trouwde. Ze bleef speed en barbituraten gebruiken, soms vermeerderd met heroïne.
Aan het eind van Wolkers' Turks fruit vertelt de ik het verhaal van een vrouw die zichzelf een bordje heeft omgehangen: fuck me, i'm desperate. Neuken uit wanhoop, Edie had zich er inmiddels in gespecialiseerd, in de laatste maanden van haar leven. Als ze niet bij haar man Michael was, huurde ze in Santa Barbara een kamertje en ontving ze mannen van wie ze wist dat ze haar konden bevoorraden met drugs. Allemaal mochten ze het met haar doen. Veel seks met verschillende mannen, dat verdreef op de een of andere manier de waanzin, merkte ze. Op de gang stonden de mannen soms op hun beurt te wachten. Ze had inmiddels haar haar lang laten groeien en zag eruit als een onschuldige hippienimf. Ze leek op Melanie. Dat was voor wie haar leerde kennen nog steeds het verwarrende: Edie pleegde roofbouw op zichzelf, maar bleef er intussen volstrekt ongehavend uitzien. Ja, haar armen en benen waren geruïneerd door de vele shots die ze had gezet. Maar armen en benen verborg ze onder truitjes en nylons. Haar gezicht bleef zo fris als dat van een tienermeisje van uptown aan wie je gerust kon vragen of ze misschien eens de zelfkant van de stad wilde leren kennen. Wisten al die mannen veel.
Op de avond voor haar dood ontmoette ze in een restuarant in Santa Barbara een aardige man die met een dame van ver in de tachtig dineerde. Edie liep naar hun tafeltje, sloeg eerst haar armen om de dame heen en daarna om de - veel jongere - man en begon een wazig gesprek. Het werd een lange avond, en toen de oude dame was vertrokken, zei Edie tegen de man: ‘I like to fuck first. I have to before talking. It relaxes me.’ De man was te verbouwereerd om direct in te stemmen, wat Edie als een afwijzing beschouwde. Pruilend verliet ze het restaurant, terug naar huis, waar haar echtgenoot Michael lag te slapen. Edie nam haar hele voorraad barbituraten in - een overweldigende hoeveelheid waarvan ze moet hebben geweten dat die dodelijk zou zijn - en ging naast Michael liggen. Ze stak niet, zoals in The Death of Lupe Velez, haar hoofd in de wc-pot. Maar ze bleek wel te hebben gebraakt, in bed, in haar slaap. Ze was gestikt in haar braaksel. Net als in de film. Zo had Warhol het ook vaak tegen zijn Factory-jongens en -meisjes gezegd, als er iemand was ingestort of een aanval van gekte dreigde te krijgen door drugs: ‘Just pretend it's a movie. As long as you act as if you're in a movie, nothing matters. Nothing hurts.’
| |
| |
Na haar dood roemde Andy Warhol Edie als het meisje dat de mode in New York beslissend had beïnvloed. Hij had haar in 1965 niet voor niets uitgeroepen tot Girl of the Year.
Dat waren Warhols woorden voor op de bühne. Off stage reageerde Warhol iets anders op Edies dood. Factory-groupie Brigid Polk belde Warhol op bracht hem het doodsbericht. Warhol vroeg zich af of hij Edies geld zou erven. Toen Polk zei dat Edie al lang geleden haar kapitaal erdoorheen had gejaagd, veranderde hij van onderwerp.
I don't believe in death, because I always think that
when somebody dies they actually go uptown...
They go to Bloomingdales and they just
take a little longer to get back.
Andy Warhol
|
|