zijn eigen woorden hem schrik aanjoegen, richtte hij zich ineens op. Maar nog voordat hij op zijn benen stond, stortte hij in elkaar. Het was een rare beweging, want in zijn val reikte hij met zijn linkerarm naar de vensterbank. In dat laatste bewuste moment van niet meer dan een fractie van een seconde, slaagde Eddo Rubetsky erin zijn met schildpadleer beklede verrekijker uit de vensterbank te grijpen. Door die onnatuurlijke beweging viel hij op zijn rug, en het leek alsof hij bewust de verrekijker op zijn borst had laten neerkomen.
Etta had de klap gehoord en kwam met lange passen binnenrennen.
‘Meneer Rubetsky! Meneer Rubetsky,’ riep ze. En toen schreeuwde ze zijn voornaam. Steeds intenser en ontelbare malen. Alsof zij het jarenlange onrecht om hem niet bij zijn voornaam te hebben kunnen aanspreken, in één keer wilde uitwissen.
‘Laat mij even,’ zei Gimbell. Met de accuratesse van iemand die leek te weten wat je in zo'n geval moet doen, deed hij zijn eigen jasje uit en legde dat onder Rubetsky's hoofd. En toen nam hij liefdevol Rubetsky's hoofd in zijn linker onderarm, opende voorzichtig diens oogleden en keek hem strak aan.
‘Kijk mij aan, Eddo. Ik ben het, je vriend Nolan Gimbell. Naast mij zie je Etta. Als je ons herkent moet je je oogleden bewegen. Al is het maar heel even.’ Hij pakte Etta bij haar arm en trok haar naast zich neer. Samen zaten zij gehurkt naast Eddo.
‘Kijk, Etta, zie je dat? Heel even bewoog hij zijn oogleden.’
‘Ja, ik zag het,’ snotterde Etta, maar het is een onbeantwoorde vraag of zij dat door haar tranen heen inderdaad heeft kunnen zien.
En zo werd Nolan Gimbell de winnaar in de strijd over het feuilleton. Eerst vroeg hij Rubetsky om twee keer met zijn oogleden te knipperen als The New York Times inderdaad moest vasthouden aan de cliffhanger. En natuurlijk knipperde Rubetsky niet met zijn oogleden, want hij was getroffen door een klassieke beroerte.
‘Juffrouw Etta, ik weet het niet zeker, maar ik dacht niets te zien.’
‘Ik zag ook niets.’
‘Laten we het hem voor de zekerheid nog een keer vragen. Maar dan andersom,’ zei Gimbell toen hij ervan overtuigd was dat juffrouw Etta alleen nog maar oog had voor de verrekijker die zij met dronken vingers aan alle kanten aan het betasten was.
‘Eddo, dit is van het grootste belang. Knipper twee keer met je oogleden als de krant op de spanningsboog moet overstappen.’
Nolan gaf Etta een por om haar attent te maken op het knipperen van Eddo's oogleden. Maar Etta bleef liefdevol de glazen van de kij-