[Nummer 6]
Bij dit nummer
Na de burgeroorlogen van de jaren negentig is in het voormalige Joegoslavië een taalstrijd ontstaan. Zo wordt het Bosnisch, dat tot 1990 zelfs in Bosnië geen speciale status had, tegenwoordig als een van de officiële nationale talen van Bosnië erkend. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor het werk van uit Bosnië afkomstige schrijvers, zowel wat de receptie als de creatie van hun werk betreft. Sommige auteurs worden door hun landgenoten als niet-Bosnisch beschouwd, omdat ze zich niet expliciet tot de Bosnische taal en de Bosnische cultuur bekennen. Anderen zien zich gedwongen om in het Engels of in het Duits te schrijven.
Toch zijn het niet de taal en de taalstrijd die het werk van de huidige generatie Bosnische schrijvers kenmerken. ‘Het extreme karakter van de oorlog, de massale emigratie en de realiteit van het internationale protectoraat dat Bosnië nu is, heeft dit werk immuun gemaakt voor de blues van de ballingschap of de treurzang over het verloren Joegoslavië’, schrijft Guido Snel in het inleidend artikel van dit Gids nummer. ‘Geschreven onder invloed van de ervaring van de oorlog is dit een weerbare literatuur met een hoog gehalte aan zelfreflectie. In deze gedeelde ervaring, direct of indirect beleefd, vindt de nieuwe Bosnische literatuur haar samenhang, veel meer dan in afkomst of taal.’
Als gastredacteur selecteerde Snel voor ‘Blik op Bosnië’ recent proza, poëzie en essays uit en over Bosnië, en illustreerde die met foto's van conceptueel kunstenaar Nebojša Šerić-Šoba. Laatstgenoemde verzorgde ook de afbeelding op het omslag.
De redactie