De Gids. Jaargang 164(2001)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 382] [p. 382] Maarten Asscher Twee nocturnes Uit bed Steunen en trillen, brommen. Het klaaglijk rillen. Blote voeten op de tast. Niet op zwarte tegels willen lopen. Gretig zuigen beide handen zich aan de handgreep vast. Honger, donker om te snijden. Koud licht vormt ham en vla en vlees en kaas en melk. Breken en schrokken, klokken. Brokken slikken. Op mijn pyjamamouw de koele waas die dooft, als ik de resten van mijn aas achter hun witte celdeur weer laat stikken. Een puber wordt zijn groei de baas. [pagina 383] [p. 383] Naar bed Innig, namens alle slapers, ligt haar kinderlijk gewicht in de waagschaal van mijn armen. Haar lichaam rust ondraaglijk licht op de bodem van de slaap. Vanaf de kant tuur ik omlaag. Geen geest geeft haar adem. Iets dierlijks heeft zij, anorganisch: blindelings volmaakt. Onaangeraakt. Haar slaap vervult mijn dragen met ontzag dat even onbeweeglijk maakt. Zo rijk is haar overgave, zo twijfelloos haar verzinken in onbeschaamde kwetsbaarheid. Vorige Volgende