Rascha Peper
Plokworst
Jammer dat ik mijn nieuwen Franschen dop niet op heb, maar wie houdt er rekening meê op een gewonen Donderdagmiddag dat men ineens op den photo moet? Een moderne photograaf wil dat niet eens; die wil het dagelijksch leven in een vleeschhouwerij vastleggen, met een willekeurigen klant bij de toonbank, voor de echtheid. Thuis in het album hebben we nog een ouden photo uit 1885, waarop vader stram rechtop voor de meubelmakerij staat met de knechts van hoog tot laag op een rij; die tijden zijn voorbij. Nog een geluk dat ik deze week voor het eerst de winterjas aan heb die de naaister zo keurig gekeerd heeft.
't Zal Velzeboer wel spijten dat de photograaf zoo lang werk gehad heeft met zijne statieven en het zwarte doek, dat hij nu pas klaar is. Tien minuten geleden stond de Duitsche dienstbode van dominee Uyttenboogert nog in den winkel; die had hij vast en zeker liever op den photo gehad met hare kwikken en strikken en hare fraaije muts. Dat was passender geweest bij den hoogen boord dien hij omgedaan heeft, den keurigen vlinderstrik en de versche pommade in zijn haar; en niet te vergeten den varkenshaas dien hij zoo pontificaal aan het rek gehangen heeft, alsof het hier heel normaal is dat menschen doordeweeks varkenshaas koopen. Bovendien zal 't hem niet zinnen uitgerekend met den klant gekiekt te worden met wien hij kortelings nog een geschil over zijne plokworst heeft gehad. Eigen schuld. Die plokworst riekte, daarin had ik gelijk; al speelde hij nog zo de vermoorde onschuld met zijn ‘nog geen drie dagen geleden gemaakt’ en ‘niets dan de beste waar’.
Wanneer drukt die treuzelaar nu eens af? Ik krijg er onder de hand genoeg van mijn gezicht zoo welwillend in de plooi te houden. Nu loopt hij weêr achteruit met zijn statief.
Zou Loek intusschen gewoon doorgaan met speklappen afsnijden? Als hij ze dan maar niet te dik maakt; hij is nu natuurlijk geheel den kluts kwijt en ik kan er geen oog op houden. Niet vergeten zoo dadelijk nog een stuk rolpens te nemen, om Arie morgen meê te