Rijksmuseum was de aangewezen persoon om dat aan de koningin onomwonden duidelijk te maken door de gewraakte foto's wel te exposeren. Na wat getelefoneer met de rvd en enig overleg met het hof besloot ik dat alle foto's mochten worden geëxposeerd, op een paar na. Tot mijn verbazing verminderde de verontwaardiging niet. Integendeel, de royalty-watchers lieten zich deze kans tot profilering niet ontgaan. Belachelijk was het. De directeur had slappe knieën en geen ruggengraat, dat was wel gebleken. Hij wilde vast veel te graag de koningin te vriend houden. Een lakei was hij, een plichtsverzaker. In mijn stamcafé werd ik met omzichtige minachting benaderd.
Gelukkig voor hen was er ook het boek dat werd uitgegeven door Thomas Rap. Daar kon ik de foto's niet meer uit verwijderen. De voorbereiding was al in een te ver stadium, dat begreep ik toch wel. Gnuivend werden de verboden foto's toch gepubliceerd. Acht jaar later zit ik in het prentenkabinet van het Rijksmuseum om één van die gewraakte foto's voor De Gids uit te zoeken. Maar ik weet echt niet meer welke het zijn. Het boek geeft een leuk beeld van activiteiten van de koningin en van het perfectionisme bij de voorbereidingen van haar optreden, onder andere van een staatsbezoek aan Japan. Welke foto's wilde de koningin niet geëxposeerd hebben en waarom niet? Ik kan het met de beste wil van de wereld niet meer bedenken. Het ziet er allemaal zo verschrikkelijk onschuldig uit. Aardig ook. Van die informele momenten en vermakelijke kijkjes achter de schermen, zoals de heer Monod de Froideville die het badwater van een hotel in Atami inspecteert. Zou dat misschien volgens de koningin een beetje te ver zijn gegaan? Ik weet het echt niet meer.
In het Rijksmuseum zal het allemaal nog wel bekend zijn. Maar dat valt tegen. Pas na intensief getelefoneer weet ik uiteindelijk waar het allemaal om ging. Foto's die privé waren mochten niet, zoals die van majesteits hondje in de vensterbank. Ook foto's waaruit blijkt dat er veel werk wordt verzet om alles tot in de puntjes voor te bereiden, tot en met de vervulling van elementaire levensbehoeften, mochten niet worden tentoongesteld. Kort gezegd, alles wat met bad en bed te maken had. Dus had ik het toch goed gezien: niemand hoeft te weten dat ook het badwater wordt gecontroleerd. Maar nu ik weer weet dat deze foto niet mocht, bekijk ik hem met heel andere ogen. Eerst werd ik vertederd door die aardige Monod de Froideville, die altijd overal aan dacht, maar nu zie ik opeens de koningin in dat bad zitten. En hoe je het ook wendt of keert, dat hoor je zelfs met je geestesoog niet op een tentoonstelling te zien. Daar heb ik graag slappe knieën voor over gehad.