en respect tonen voor de goden, en vooral de weergoden. Zolang hij opperhoofd is, is er nog geen oogst mislukt, hebben ze geen honger gehad, is er vrede met de indianen. Met een mengeling van mededogen en achterdocht richt Kojo zijn blik op het publiek dat hem gebaart naderbij te komen. Wat willen ze van hem? Hij verlangt naar huis.
De fotograaf is in de weer met zijn apparatuur. Hij maakt opnamen van de inboorlingen, steeds vanuit een nieuwe positie, telkens weer een ander groepje. Prince Roland Bonaparte, een nazaat van Napoleon, antropoloog en etnograaf, overtuigd van het grote belang van de fotografie bij het bestuderen van menselijke rassen, is speciaal naar Amsterdam gekomen voor deze wereldtentoonstelling. Zijn eigenlijke doel is het maken van portretfoto's van de Surinamers. Geen kunstzinnige portretfoto's, maar portretfoto's volgens de richtlijnen van zijn leermeester, Paul Broca, die in 1865 een codering voor antropometrische fotografie had opgesteld. Nuchtere, zakelijke portretten zonder gelaatsuitdrukking of gemoedtoestand, wel met sieraden of andere attributen die karakteristiek zijn voor een bepaalde stam of cultuur.
In zijn boek over Suriname stelde Bonaparte dat het zijn streven was een monographie de l'homme, c'est-à-dire l'étude de l'homme physique et de ses manifestations samen te stellen. Aldus gaat hij te werk. Door de fotograaf F.C. Hisgen, eigenaar van een fotoatelier in de P.C. Hooftstraat, laat hij de Surinamers systematisch volgens de regels van de antropologische fotografie portretteren: eenmaal frontaal en eenmaal en profil tegen een neutraal witte achtergrond met egale belichting. Door Bonaparte aangevuld met antropometrische gegevens over onder andere de schedelomvang, haarsoort, kleur ogen en vorm van de neus. Daarnaast stelde hij vragen over hun leefgewoonten. Zo weten we over Kojo-A-Slen-Gri: de man met de slingerpas; vijfenveertig jaar oud; sterk gebouwd en van nature vrolijk; zijn huid is op traditionele wijze getatoeëerd met insnijdingen. Hij heeft twee vrouwen die in Suriname het land bewerken.
Het systeem van de antropologische fotografie is de voorloper van de politiefoto of mugshot, sinds 1880 in de rechtspraak toegepast door Alphonse Bertillon. Anders dan Broca en Bonaparte ziet Bertillon voor zijn onderzoek het belang in van fysionomische expressie. Hij wil achter de uiterlijke schijn doordringen en emotionaliteit zichtbaar maken. ‘De identificatie, het doel van zowel de gerechtelijke als de antropologische fotografie, bestond niet alleen uit het herkennen van een gezicht, maar ook uit het lezen van de ziel