wel aardig en ze hebben - zoals iedereen - goede en slechte eigenschappen. Alleen Jacoba deugt niet. Want dat vergeten we wel eens. Niet iedereen is even mooi, slim en sterk. Niet iedereen weet even goed wat hij wil en niet iedereen is even sociaal begaafd en oprecht. Als je goed kijkt kan zo'n foto genadeloos onthullend zijn.
Mathilde bijvoorbeeld kijkt wezenloos voor zich uit, haar armen hangen slap langs haar lijf en ze steekt dan ook zelden de handen uit de mouwen. Haar wat vochtige, weke mond drukt al uit dat ze niet weet wat ze niet weet. Ze denkt dat ze alles kan, maar er gaapt een grote kloof tussen haar pretenties en prestaties. Op iedereen die echter wel wat presteert heeft ze iets aan te merken. En wie op zijn beurt háár kritisch beoordeelt kan op rancuneuze minachting rekenen. Haar slome oogopslag verraadt haar onvermogen om mensen op waarde te schatten. Het liefst laat zij zich verleiden door uiterlijk schoon en dwarse karakters. Ze is dan ook omringd door raddraaiers en profiteurs die er na een tijdje weer tussenuit knijpen. Teleurstelling is haar deel en haar eenzaamheid is groot.
Jeltje is gelukkig uit ander hout gesneden. Ze zit links op de trap, maar ze zit nooit bij de pakken neer. Kom maar op, zeggen haar houding en blik. De tegenslagen in het leven pareert ze met groot elan. Ze is een doener en bruist van energie. Alles wat ze onderneemt doet ze met passie en aandacht. En wat bijzonder is, ze kent - in tegenstelling tot onze vader - haar grenzen, ze aanvaardt haar tekortkomingen. Wat ze niet kan, zal ze niet doen. Een karaktertrekje dat terugkomt in Emilie.
Boven Jeltje staat de zogenaamd lieve Jacoba, de armen op de rug (ze heeft altijd wel wát te verbergen), een licht verbitterd trekje op haar gezicht. Wijlen mijn moeder zei al dat lieve mensen meestal niet zo slim zijn. Die uitspraak gaat vaak op. Jacoba maskeert haar domheid met zwijgzaamheid, die dan weer ten onrechte voor wijsheid wordt aangezien. Maar stille waters hebben stinkende gronden. Jacoba is een beetje achterbaks. Ze is zelfzuchtig en zo onverschillig jegens de rest van de wereld, dat ze het begrip loyaliteit niet eens kent. Dat heeft Marretje die zo kordaat haar jasje vasthoudt smartelijk ondervonden. Ook Jacoba is eenzaam.
Tussen Mathilde en Jeltje staat de arme Cornelia. Zij weet heel goed hoe anderen de problemen in hun leven moeten oplossen, maar ze is blind voor haar eigen omstandigheden. Van zichzelf heeft ze een vertekend beeld. Onlangs bleek de werkelijkheid anders te zijn dan ze dacht en werd ze gedwongen de feiten onder ogen te zien. De explosie van haar verdrongen gevoelens was niet gering. We moesten al onze kracht verzamelen om haar woede te beteugelen.