deze ruimschoots te beantwoorden. Deze avond is afgesproken dat zij de pastorie zal verlaten, zich bij hem en zijn kudde zal voegen, en ze weg zullen trekken. Ze is bang om het huis van de vader en het vertrouwde leven te verlaten, maar de verlokkingen van de vrijheid en de passie zijn groot. Wat haar vooral drukt is om haar jongere zuster te verlaten, die het nieuws nog nauwelijks kan bevatten en er versteend bij zit.
Flarden van Betje Wolff, die een eeuw eerder in Midden-Beemster woonde, op een pastorie, getrouwd met een dertig jaar oudere dominee, zijn inmiddels verjaagd door de krachtiger en hartstochtelijker beelden uit Woeste Hoogten van Charlotte Brontë, een boek dat ik als dertienjarige uit de kast van mijn ouders viste en dat een verpletterende indruk op me maakte. Dergelijke hartstocht, woede, waanzin en destructie: het was beangstigend maar ook verleidelijk, in elk geval prikkelde het intens de verbeelding in velerlei opzicht. Het was niet het leven zoals ik het kende, maar kennelijk konden mensen in de greep raken van een passie die moeilijk uit te leggen viel en die verterend en nietsontziend zijn werk kon doen. Ik wist niet of ik dat ooit zou meemaken, ik wist ook niet of het prettig was maar het leek me ook kaal om nooit zoiets te ervaren.
Het bekijken en opnieuw bekijken van deze foto brengt me onbedwingbaar terug bij de Woeste Hoogten, en er begint een verhaal dat gewekt lijkt te worden als een foto die in de ontwikkelbak zijn contouren krijgt. Maar ik vind het een beetje een ouderwets verhaal, en wil mezelf tot de orde roepen, de orde van de bronnen en de feiten die ik hier moet ontberen. Deze vormen voor mij het vertrouwde houvast bij het werk, dat gericht is op het achterhalen hoe het was en hoe het is en hoe het zo geworden is. Inlevingsvermogen is hierbij een onmisbaar onderdeel, de verbeeldingskracht wordt niet geschuwd, maar de feiten vormen een dwingend stramien.
Ik word weer naar de foto getrokken, en vraag me nu toch af of deze vrouwen niet gewoon poseren voor een fotograaf, moeder en dochter. Ze willen een gezamenlijke portretfoto laten maken, wellicht voor hun vader en echtgenoot, en ze hebben zich daartoe keurig gekleed. Ze moeten lang stilzitten voor de fotograaf. Ze zullen daarna huiswaarts gaan en een kopje thee drinken. De passies zijn verjaagd, het leven heeft weer een saaie en overzichtelijke loop gekregen.
Het verhaal is verbleekt, en het bevalt me minder. Ik heb - bij gebrek aan gegevens - de kans om mijn fantasie de vrije loop te laten, en Woeste Hoogten weet me - wederom - mee te voeren. Maar eerst terug naar die foto en die blikken die me niet loslaten.