De Gids. Jaargang 164(2001)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] H.M. van den Brink Frith & Co. Het is avond en jij bent er niet. Het water heeft de hele dag De zon en wolken opgedronken. Het is verzadigd, als papier zo glad En moegespiegeld in zichzelf verzonken. Er is een eiland met een weg omzoomd door bomen. Er priemt de toren van een klooster of een kleine stad. Kijk! De boot waarin wij samen hadden kunnen varen Ligt, kiel omhoog, buik op het strand. Geen roer, want niemand om het vast te houden. Geen kussen en geen parasol. Geen echo, want geen woorden. Twee riemen langs de houten boorden. Een derde riem staat overtollig in mijn hand. Drie riemen voor twee handen? De struiken afgerukt door reuzentanden? Een man die aan de kant is neergezet Om naar het meer te staren Alsof jij toch nog komt - wat ook niet kan. Ben ik dat echt? Wie heel lang kijkt, ziet de contouren scherper worden. Hoe uit de diepte een nieuw beeld oprijst. Niet van ons, nu ben ik ook verdwenen, Maar van een andere man, die alles heeft geënsceneerd. Gewikt. Geschroefd. De driepoot in het zand. Het uitzicht in zijn hoofd onder het laken. Belicht, ontwikkeld, gefixeerd. Jij bent er niet. Een avond. Het amalgaam van water, tijd en lucht en land. [pagina 45] [p. 45] Francis Frith, Het eiland Mainau bij Constanz, ca. 1880 Vorige Volgende