Frank Bovenkerk
Tropische mensententoonstelling
De gefotografeerde ‘groep creoolse vrouwen’ behoort tot een gezelschap van achtentwintig ‘inboorlingen’ uit Suriname die in 1883 tentoon zijn gesteld in een ronde tent, die het West-Indische paviljoen voorstelt in het ‘koloniale park’ van de grote Internationale, Koloniale en Uitvoerhandeltentoonstelling, op wat nu het Museumplein (en omgeving) is in Amsterdam in 1883. Het initiatief tot deze levende expositie is genomen door particulieren te Amsterdam die belangstelling willen wekken voor de kolonie Suriname. Zij hebben daar financieel belang bij, maar ze zeggen de wereld ‘iets op etnologisch gebied te zien te willen geven wat in Europa nog nimmer te aanschouwen is geweest.’ Er zijn bosnegers bij, roodhuiden, stadsnegers, verschillende halfbloeden en een Hindoestaanse. Het publiek mag voor een kwartje een halfuur lang kijken naar hen en naar de authentieke hutten, die ze zelf van meegebracht materiaal in elkaar hebben gezet.
Bij het kijken naar de foto dringt de schaamte zich op. Ileen Montijn die precies honderd jaar na dato een boekje schrijft over deze wereldtentoonstelling (Kermis van koophandel) vraagt zich af hoe de geëxposeerden zich zullen hebben gevoeld. Voor tijdgenoten was het klaarblijkelijk geen overweging; beseffen zij dat de exotische kleurlingen menselijke gevoelens zullen hebben gehad? Tegen het exposeren van deze natuurmensen wordt geen enkel protest aangetekend. Gert Oostindie die in zijn geschiedenis van Surinamers in Nederland (In het land van de overheerser, 1986) de West-Indische afdeling beschrijft, beschouwt de hele onderneming als een ‘pijnlijk geval apart’. Precies twintig jaar na afschaffing van de slavernij worden de raciale stereotypen hier levend opgevoerd. Een verslaggever van Eigen Haard heeft de tentoonstelling bezocht en stelt vast dat indianen ‘afkeerig zijn van alle inspanning’, de Marrons (nota bene de dappere negers die de slavernij ontvluchtten) zijn ‘vadsig en lui’ en de Creolen, ja dat zijn ‘echte kinderen der tropische natuur, zorgeloos en onbekommerd van het leven genietend.’ Achteraf gezien is