Medewerkers aan dit nummer
maarten asscher (1957) is jurist en kunstambtenaar op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Daarnaast publiceert hij gedichten en verhalen, en is hij redacteur van De Gids. Zijn meest recente boek is de novelle De verstekeling.
els broeksma is redacteur van De Gids en vertaalt met enige regelmaat essays en verhalen voor De Gids. Voorheen doceerde zij moderne Nederlandse letterkunde aan de UvA en was ze directeur van de SLAA en Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
peter buwalda (1971) studeerde Nederlands in Utrecht en publiceert regelmatig in De Gids over buitenlandse en Nederlandse literatuur.
cecilia davidsson (1963) is een jonge Zweedse schrijfster die tot nu toe twee verhalenbundels heeft gepubliceerd. Met haar eerste bundel, En av dessa nätter (Een van deze nachten, 1994), won ze een literaire debutantenprijs en ook haar tweede bundel, Utan pengar, utan bikini (Zonder geld, zonder bikini, 1998), werd zeer goed ontvangen. Haar stijl is eenvoudig en precies; ze laat veel ongezegd, wat vaak verrassende effecten heeft. Het verhaal in deze Gids is afkomstig uit Utan pengar, utan bikini, uitgegeven door Bonniers, Stockholm 1998.
wilt idema (1944) studeerde Chinese taal- en letterkunde in Leiden, Sapporro, Kyoto en Hongkong. Vanaf 1970 werkte hij bij de opleiding Talen en Culturen van China van de Universiteit van Leiden, vanaf 1976 in de hoedanigheid van hoogleraar Chinese taal- en letterkunde. Zijn onderzoek heeft vooral betrekking op de spreektaalliteratuur van de periode 900-1900. Daarnaast publiceerde hij Nederlandse vertalingen van Chinese poëzie. Zijn De Onthoofde feministe. Leven en werk van schrijvende vrouwen in het Chinese keizerrijk, verscheen in 1999; van zijn Spiegel van de Chinese poëzie (bekroond met de Martinus Nijhoffprijs 1992) verscheen in het voorjaar 2000 de zesde druk. Sinds 1 januari 2000 is hij als professor of Chinese Literature verbonden aan Harvard University.
philip ingelse (1943) was tot voor kort leraar Frans aan het Coornhertlyceum te Haarlem. Eerder verschenen gedichten van hem in de poëzierubriek van S & D, in Rood Koper, en in de Poëziekrant.
wiel kusters (1947) is dichter en essayist. Debuteerde in 1965 met gedichten in Contour. Recente publicaties: Zegelboom. Gedichten en notities 1975-1989 (1998); Versteende wouden. Mijnen en mijnwerkers in woord en beeld (1999, samen met Jos Perry); De onweerzitting (verhalen, 2000).
bertie van der meij (1952) studeerde Scandinavische taal- en letterkunde en is freelance vertaalster uit het Zweeds. Sinds 1983 vertaalde zij onder meer werk van Lars Gustafsson, Göran Tunström en Marianne Ahrne. Momenteel werkt ze aan een vertaling van een verhalenbundel van Torgny Lindgren.
willem otterspeer (1950) is hoogleraar Universiteitsgeschiedenis te Leiden. Het hier gepubliceerde stuk is een hoofdstuk uit het eerste deel van een vierdelige geschiedenis van de Leidse Universiteit die Groepsportret met Dame gaat heten.
harry n.a. priem is sinds 1970 hoogleraar te Utrecht, aanvankelijk in de isotopen-geologie en geochronologie, en sinds 1989 in de planetaire geologie. Daarnaast is hij voorzitter van het curatorium van het Artis Geologisch Museum te Amsterdam, en science coördinator van het Global Institute for the Study of Natural Resources te 's-Gravenhage. Van 1962 tot 1989 was hij directeur van een onderzoeksinstituut van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO, voorheen ZWO), en van 1973 tot 1978 voorzitter van het Koninklijk Nederlands Geologisch en Mijnbouwkundig Genootschap.
peter theunynck (1960) is dichter en copywriter. In 1997 debuteerde hij met De berichten van Panamerican Airlines & Co. In 1999 verscheen De bomen zijn paars en de hemel. Hij werkt aan een biografie van Karel van de Woestijne.