| |
| |
| |
Ad Kerkhof
Omtrent suïcide: statistieken en misverstanden
Suïcide is een slecht begrepen fenomeen. Hoeveel statistieken wij ook ter beschikking hebben, de interpretatie van deze statistieken blijft altijd giswerk. Omdat wij uiteraard geen experimenteel onderzoek kunnen verrichten, kunnen wij ook nooit uitspraken doen over de oorzakelijkheid van verbanden tussen leeftijd, geslacht, religie of andere zaken die wij in verband met suïcide willen brengen. Daarom zijn er altijd meer interpretaties mogelijk. En daarom zijn er steeds weer dezelfde misverstanden. In dit korte artikel wil ik enkele gegevens over suïcide presenteren met daarbij enkele interpretaties die meer of minder plausibel zijn, of zelfs in het geheel niet. Ik zal daarbij mijn favoriete interpretaties geven, zonder schroom en zonder wetenschappelijke bewijsvoering.
| |
Geslacht
Onder mannen komt suïcide tweemaal zo vaak voor als onder vrouwen. Ook gebruiken zij iets vaker gewelddadige methoden. Onder vrouwen komen suïcidepogingen daarentegen veel vaker voor. Waarom? Wanneer mannen overwegen een eind aan hun leven te maken denken zij in hun wanhoop kennelijk eerder aan harde en gewelddadige methoden. Dat zal wel iets met agressiviteit te maken hebben en met impulsiviteit. Vrouwen lijken meer terug te schrikken voor gewelddadige methoden. Favoriete verklaring: vrouwen hechten er meer belang aan hoe zij eruitzien na hun dood. Favoriet misverstand: vrouwen zouden niet sterk of slim genoeg zijn om het meteen goed te doen. De belangrijkste reden waarom er onder mannen meer suïcides voorkomen dan onder vrouwen lijkt te zijn dat vrouwen ook in tijden van wanhoop meer redenen hebben om in leven te blijven: zij ontlenen meer dan mannen hun identiteit aan relaties met kinderen, familieleden en vrienden. Mannen ontlenen hun zelfbeeld vaak uitsluitend aan werk en prestaties, en zijn derhalve kwetsbaarder. Hoe meer kinderen vrouwen hebben hoe geringer de kans op suïcide. Mannen zijn ook minder dan vrouwen geneigd bij emotionele problemen hulp te zoeken. Zij grijpen eerder naar de alcohol en bieden anderen geen kans om behulpzaam te zijn. Vrouwen zijn eerder geneigd hulp in te roepen, troost te zoeken en anderen te mobiliseren, desnoods via een suïcidepoging. In nagenoeg de hele wereld komt suïcide meer voor onder mannen dan onder vrouwen, behalve in India, Sri Lanka en ruraal China, waar veel pasgehuwde jonge vrouwen suïcide plegen vanwege problemen met de bruidsschat en met schoonmoeders, en omdat zij niet meer terug kunnen keren naar hun eigen familie.
| |
Leeftijd
Naar verhouding komt suïcide vaker voor bij ouderen dan bij jongeren. Waarom? Favoriet misverstand is dat ouderen vaker dan jongeren te maken hebben met onomkeerbare en ondraaglijke levensomstandigheden, zoals ziekte
| |
| |
en invaliditeit, eenzaamheid en verlies, rouw en depressie. Dat de ouderdom nu eenmaal met gebreken komt en dat het daarom begrijpelijk is dat het vooral de ouderen zijn die suïcide plegen. Betere verklaring: dit misverstand leidt ertoe dat depressies bij ouderen niet worden onderkend en niet goed worden behandeld. Somberheid en depressies vloeien helemaal niet automatisch voort uit ouderdomsgebreken. De meeste suïcides bij ouderen vinden plaats bij degenen die depressief zijn. Depressies bij ouderen zijn echter goed behandelbaar. Overigens komt depressie bij ouderen niet veel vaker voor dan bij jongere volwassenen. Betere diagnostiek en behandeling van depressies bij ouderen zijn er verantwoordelijk voor dat het aantal suïcides onder ouderen de laatste jaren is gedaald.
| |
Burgerlijke staat
Suïcide komt meer voor onder gescheidenen en verweduwden dan onder gehuwden en nooit-gehuwden. Dat is nu eenmaal zo. Let wel, van al degenen die gaan scheiden of recent gescheiden zijn of die weduwe of weduwnaar zijn geworden pleegt slechts een enkeling suïcide. Favoriet misverstand: het verdriet vanwege het verlies van een partner verhoogt het risico op suïcide. Betere verklaring: bij gescheidenen die suïcide plegen zijn vaak andere factoren verantwoordelijk voor zowel de scheiding als de suïcide, zoals alcoholisme en persoonlijkheidsstoornissen. Ook bij verweduwden die suïcide plegen spelen vaak andere factoren een rol, factoren die altijd al aanwezig waren, maar zich extra manifesteren nu de bescherming van de partner is weggevallen, zoals een conflictueuze persoonlijkheid, of een aanleg tot depressie. In het opzicht van suïcidepreventie is het daarom minder belangrijk om gehuwd te zijn, dan om gehuwd te blijven.
| |
Economie
Werkloosheid, als een van de indicatoren van een stagnerende economie, wordt vaak in verband gebracht met suïcide. Nochtans is het niet zo dat gebieden met veel werkloosheid daarom ook veel suïcides kennen. In het vroegere Oost-Duitsland waar de werkloosheid enorm toenam na de hereniging daalde het suïcidecijfer beduidend. Wel is het zo dat mensen die suïcide plegen onevenredig vaak werkloos zijn, maar dat heeft veelal een begrijpelijke achtergrond: psychiatrische problematiek, depressie en alcoholisme. Werkloosheid als uitvloeisel van maatschappelijke ontwrichting (criminaliteit, alcoholisme, armoede, politieke veranderingen), zoals in het recente verleden in de Baltische staten, gaat wel samen met meer suïcides.
| |
Religie
In katholieke gebieden komt in het algemeen minder suïcide voor dan in vrijzinnig protestantse landsdelen. In streng gereformeerde gebieden komt suïcide weer minder voor. Dat is al jaren zo, ook in Nederland. In de islamitische landen zou suïcide weinig voorkomen. De toename van het aantal suïcides in de jaren zeventig en tachtig in Nederland hangt vooral samen met de ontkerkelijking in dat tijdsgewricht (zie tabel). Onderrapportage van suïcides in streng katholieke landen (bijvoorbeeld Ierland) kan niet worden uitgesloten. Uiteraard komen suïcides ook voor in islamitische landen, maar daar denkt men kennelijk nog steeds dat emotionele stoornissen voorbehouden zijn aan de heidenen. Misverstand: katholieken en mohammedanen plegen minder vaak suïcide omdat het verboden is. Beter is: waar mensen een grotere eigen verantwoordelijkheid nemen voor hun levenslot daar is het suïcidecijfer hoger. De emancipatie van het individuele denken, zoals dat tot uiting komt in hogere opleidingsniveau's of individuele godsdienstbeleving (vrijzinnigheid, het verdwijnen
| |
| |
van dogma's en autoritair leiderschap binnen de godsdienstgemeenschap), leidt tot meer suïcides. Overigens kent Nederland een laag suïcidecijfer, veel lager dan katholieke buurlanden als België en Frankrijk. In sommige landsdelen in Nederland, bijvoorbeeld in Groningen, komt suïcide vaker voor, en dat is al ruim honderd jaar zo. Het vrijzinnige protestantisme zou hier veel suïcides uitlokken.
| |
Psychiatrische ziekten
In meer dan negentig procent van de gevallen speelt een emotionele stoornis een rol. Suïcide komt slechts sporadisch voor zonder dat er sprake is van een psychiatrische aandoening. Romantisch misverstand uit de jaren zeventig: iedereen zou suïcide kunnen plegen wanneer de omstandigheden maar ellendig genoeg zijn. Huidig realisme: de meeste mensen zullen nooit suïcide plegen, hoe ellendig hun omstandigheden ook mogen worden. Suïcide komt daarentegen voor onder mensen met een kwetsbaarheid voor suïcide, onder degenen die emotioneel en rationeel moeite hebben om te gaan met de tegenslagen die het leven nu eenmaal met zich meebrengt. Deze kwetsbaarheid is het meest zichtbaar onder depressieve patiënten, schizofreniepatiënten en verslaafden, en onder mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Biologisch bepaalde kwetsbaarheid is niet uit te sluiten. Suïcide is derhalve een probleem dat thuishoort in de geestelijke gezondheidszorg. Balanssuïcides komen slechts heel zelden voor. In deze gevallen zou men in helderheid van geest een rationele afweging van voors en tegens maken, zonder emotionele ontreddering.
| |
Seizoen
Het is een misverstand dat suïcides vooral in het najaar bij het vallen van de blaadjes zouden voorkomen, of rond Kerstmis en Oud en Nieuw. Dat is feitelijk onjuist: De meeste suïcides vallen in het begin van de zomer, in de maanden mei en juni. Waarom dat zo is, is nog steeds onduidelijk. De meeste suïcides vinden plaats op maandagen, maar het is niet uitgesloten dat hier het effect meespeelt dat lichamen iets vaker op maandagen worden aangetroffen. Er is in het buitenland een heel klein effect gevonden dat suïcides iets vaker voorkomen na feestdagen (Pasen, Pinksteren, Kerstmis), wellicht te verklaren door teleurstellingen na te hooggespannen verwachtingen.
| |
Motieven
Statistieken zeggen weinig over de motieven die mensen hebben om suïcide te plegen. Meestal komen statistieken niet verder dan het niveau van relationele problemen, of psychische problemen. Het betreft immers altijd een inschatting achteraf. Favoriete verklaring: mensen plegen suïcide omdat zij hun toekomst als hopeloos beoordelen. Zij hebben alleen nog maar uiterst negatieve verwachtingen over hun toekomst. Suïcide kan het resultaat zijn van een verkeerde beoordeling van deze toekomst. Vooral de gestoorde depressieve oordeelsvorming speelt hier een rol. Suïcidepreventie moet dan ook gericht zijn op het herstel van toekomstperspectieven.
Statistieken over suïcide laten dus verschillende interpretaties toe. Neem bijvoorbeeld de afname van suïcides in Nederland. Sinds 1984 is het suïcidecijfer (uitgedrukt per 100.000 van de bevolking) met vijfentwintig procent gedaald. Zegt dat iets over onze samenleving? Zijn we weer religieuzer geworden? Is onze aantrekkende economie verantwoordelijk? Is onze hulpverlening er op vooruitgegaan? We weten het niet en we kunnen het ook niet echt onderzoeken. We kunnen slechts afgaan op andere tegelijk optredende verschijnselen en mogelijke verbanden opwerpen. Zo is er de observatie dat steeds meer suïcides plaatsvinden on- | |
| |
Tabel 1.
Suïcide in Nederland 1950-1997 in absolute getallen en in verhoudingscijfers voor mannen en voor vrouwen
|
Jaar |
Mannen Absoluut |
Mannen Per 100.000 |
Vrouwen Absoluut |
Vrouwen Per 100.000 |
Totaal Absoluut |
Totaal Per 100.000 |
1950 |
398 |
11,3 |
203 |
5,6 |
601 |
8,4 |
1960 |
510 |
12,9 |
320 |
7,8 |
830 |
10,3 |
1970 |
723 |
15,6 |
446 |
9,4 |
1169 |
12,4 |
1980 |
981 |
18,3 |
576 |
10,4 |
1557 |
14,3 |
1984 |
1160 |
20,6 |
742 |
12,7 |
1902 |
16,6 |
1990 |
1021 |
17,1 |
599 |
9,7 |
1620 |
13,3 |
1991 |
1033 |
17,2 |
578 |
9,2 |
1611 |
13,1 |
1992 |
1041 |
17,2 |
546 |
8,7 |
1587 |
12,8 |
1993 |
1020 |
16,7 |
535 |
8,4 |
1555 |
12,5 |
1994 |
1085 |
17,7 |
499 |
7,8 |
1584 |
12,6 |
1995 |
1000 |
16,2 |
511 |
8,0 |
1511 |
12,0 |
1996 |
1043 |
16,8 |
534 |
8,3 |
1577 |
12,5 |
1997 |
1042 |
16,7 |
528 |
8,2 |
1570 |
12,4 |
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek |
der personen die in behandeling zijn van de geestelijke gezondheidszorg terwijl het totaal aantal suïcides daalt. Zou dit betekenen dat de gezondheidszorg steeds beter in staat is om mensen met suïciderisico vroegtijdig te herkennen en door te sluizen naar de plaatsen waar deskundige hulpverlening aanwezig is? Zodat er meer suïcides plaatsvinden in het psychiatrisch ziekenhuis en bij het RIAGG, maar dat tegelijkertijd ook meer suïcides effectief voorkomen worden? Het zou prettig zijn om dat te kunnen geloven. Zouden depressies tegenwoordig beter behandeld worden, zowel door psychotherapie als door farmacotherapie? Het lijkt aannemelijk, maar bewijsbaar is dat niet. In veel West-Europese landen is het suïcidecijfer dalende, wellicht als een gevolg van verbeterde hulpverlening. Wellicht ook spelen de internationale ontspanning en aantrekkende economie een rol. In Oost-Europese landen echter lopen suïcidecijfers enorm op. Een verband met de sociaal-economisch-culturele destabilisatie lijkt hier voor de hand te liggen. Het blijft toch altijd een raadsel waarom suïcidecijfers toe- of afnemen. Suïcide is een bij uitstek individueel gedrag dat zich in de sociale context op wetmatige wijze ontvouwt. De sociale context biedt derhalve meer of minder bescherming aan kwetsbare individuen. Een goede geestelijke gezondheidszorg lijkt mij de belangrijkste beschermende factor die de maatschappij kan bieden.
|
|