dische beelden kondigt Erwin Mortier aan wat de jongen nog zal leren: dat de familie door slechte tijden is gegaan voordat hun tuin in bloei kwam. De jongen vraagt zich af of er ooit een aardappeltijd is geweest, zoals er lang geleden ijstijden waren. Jaren later vindt hij een foto van de grootmoeder tussen de aardappelplanten, toen zij zes monden moest voeden terwijl de grootvader in het strafkamp zat.
De jongen gaat samen met de grootouders naar Cyriel, grootmoeders broer die op sterven ligt. Er worden foto's bekeken en de grootouders krijgen een pak brieven mee. Op een van de foto's staan twee mannen in uniform, de een is Cyriel, ‘een kruidenier die soldaatje speelt’, de ander een ranke verschijning in een donker en dof uniform, Marcel, ‘die had veel in zijn mars. Die had ons volk kunnen stuwen. Verdomd spijtig dat hij ook...’ ‘Gij gaat toch ook een goede Vlaming worden?’ Thuis haalt de jongen een van de enveloppen uit het pak brieven in grootmoeders tas. Als hij 's avonds door het huis sluipt, ‘de kelder bewaarde, de zolder vergat’, ziet hij de grootouders onder de lamp gespannen lezen in de brieven van Marcel, maar wat de jongen boeit is het stempel van een vogel, zijn kromme snavel, zijn stoere klauwen, gespreide staart. Een mooie vogel voor Juffrouw Veegaete.
Op de laatste dag van het schooljaar mogen de kinderen een dier meenemen. Tussen de cavia's, poezen en honden ligt de envelop met adelaar en swastika. Tot verbazing van de jongen steekt Juffrouw Veegaete de brief onder haar jurk als het hoofd van de school de klas binnenkomt. De jongen blijkt over te gaan als de beste van zijn jaar, nu komt hij in de klas van Meester Norbert, de broer van Juffrouw Veegaete. De brief ziet hij pas weer terug nadat de juffrouw haar nieuwe jurk is wezen passen bij de grootmoeder. Van haar mag hij de brief houden, maar ‘die is niet voor allemans ogen’. Pas dan leest hij dat Marcel aan het oostfront is om tegen de Russen te vechten. Hij en Norbert Veegaete hebben zojuist de eed van trouw aan de Führer gezworen. Cyriel moet maar gauw komen, veel idealisten ‘die onze schoone Vlaamsche liederen kennen’ zie je hier niet. Ineens zijn we in een verwoest arcadië. De jongen doet de brief in een doos die hij begraaft in zijn verwilderde tuintje bij de grootouders.
Erwin Mortiers debuut, een mooie gebonden uitgave maar meer een novelle dan een roman, is poëtisch geschreven, met impressionistische schetsen van het leven in Vlaanderen. Het zijn uiteindelijk trieste verhalen over de oorlog, toch vond ik het een plezier om te lezen. Door de ogen van de jongen ontstaan milde beelden van mensen die fout waren, dat ook beseffen en hopen dat de jongere generatie het goed zal maken. De mooiste boeken in de moderne Nederlandse literatuur gaan over de oorlog. Wie bang is dat daaraan binnenkort een eind zal komen, als de generatie die de oorlog heeft overleefd er niet meer zal zijn, kan hoop putten uit dit kleinkind van 1965. Zelfs zijn ouders hebben de verschrikkingen nauwelijks bewust meegemaakt. Toch is hij zich ervan bewust hoe diep de oorlog in ons leven verankerd blijft en, 't doet even pijn, hij boort door tot in de wortel.