Medewerkers aan dit nummer
maarten asscher (1957) is kunstambtenaar op het ministerie van ocw en redacteur van De Gids. In september verschijnt van zijn hand een nieuwe novelle, getiteld De verstekeling, waarvan het in dit nummer opgenomen fragment een voorpublicatie vormt.
kees bokweide (1956) is tandarts en kritisch lezer van Nederlandse literatuur. Van deze laatste gedrevenheid doet hij regelmatig verslag in De Gids.
frans budé (1945) schreef een zevental dichtbundels, met als meest recente Maaltijd (1994) en In Remersdaal (1997).
peter buwalda (1971) studeerde Nederlands in Utrecht, maar houdt ook van buitenlandse literatuur.
michael frijda (1961) publiceerde eerder verhalen in De Tweede Ronde en De Gids. Zijn eerste bundel, Schrikdieren, verscheen in 1998. Het hier opgenomen verhaal is een fragment uit een groter geheel.
atte jongstra (1956) is schrijver, essayist en dichter. Recente titels van zijn hand zijn: Familieportret (essays, 1996) en De hele santenkraam; Nieuw christelijk lexicon (1997). Vorig jaar verscheen de roman Disgenoten.
marc kregting (1965) schreef onder meer de dichtbundels De gezel (1994) en Kopstem/Stopnaald (1997). Hij publiceert regelmatig essays over poëzie in De Gids. Zijn nieuwe bundel Da capo is in februari verschenen.
erwin mortier (1965) is als kunsthistoricus verbonden aan het Gentse museum Dr. Ghislain. Afgelopen voorjaar debuteerde hij met de roman Marcel.
bart vervaeck (1958) doceert literatuurwetenschap en Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij is recensent van De Morgen en redacteur van Dietsche Warande & Belfort. In dat tijdschrift publiceerde hij een reeks artikelen over postmodern Nederlandstalig proza. Vorig jaar verscheen een verkorte versie van zijn proefschrift over Willem Brakman (Lijf en Letter). Eerder verschenen van hem bijdragen in onder meer De Revisor, Optima en Ons Erfdeel.