scheikunde, geneeskunde en af en toe ook nog de geschiedenis en filosofie van die vakken. Bovendien gaven tientallen grote geleerden en ontelbare charlatans hun commentaar. In Nederland taalde tot voor kort niemand naar dit werk en waren de nieuwlichters kletsmajoren. Maar uiteindelijk bleek de gedachtegang van de Wassons, zoals het goede wetenschap betaamt, simpel.
Ooit zijn mensen op de route van Afrika naar de uithoeken van de wereld paddestoelen gaan eten die hen boven zichzelf uit deden stijgen. In Rusland, om nauwkeuriger te zijn bij nomaden in Siberië, zijn daar de oudste sporen van gevonden, het rituele gebruik van de vliegezwam. Zij hielden de paddestoelen voor planten die de wereld van de goden voor hen openden. Maar de reacties hierop waren heftig: sommigen hielden van de paddestoelen, anderen verklaarden ze taboe. Vooral diegenen die - duizenden jaren later - het beeld van meerdere goden verlieten ten gunste van die ene god, noemden dat een roesmiddel. Ze introduceerden alcohol - bij voorkeur mondjesmaat in een ritueel rond het bloed van Gods zoon - en bonden de strijd aan met alle mensen die (ook) andere middelen gebruikten.
In de moderne tijd woedt het gevecht nog in vele vormen en gedaanten voort. De Wassons op hun huwelijksreis zijn daar een voorbeeld van. Hij, de upperclass Amerikaan, maakte deel uit van een cultuur waarin de strijd beslecht was ten gunste van de ene god en het ene roesmiddel, zij, telg uit de Russische klasse die voor de revolutie van 1917 vluchtte, was opgevoed in het geloof aan de ene god maar met gebruiken uit de tijd waarin die er nog niet was.
De man of vrouw die bij de nomaden in Siberië de paddestoelendienst voorging, heette sjamaan. De eerste Nederlander die dat te weten kwam, was de Amsterdamse koopman en bestuurder Nicolaas Witsen. Op zijn handelsreizen naar Moskou en Petersburg noteerde hij de verhalen van de eerste reizigers naar het verre noordoosten en maakte daar een kloek boek van waar ik dankzij H.C. ten Berge weet van heb. Hij noemde het twintig jaar geleden in het nawoord bij zijn Siberiese vertellingen en nam er de prent van ‘Een Schaman ofte Duyvel-priester in 't Tungoesen lant’ uit over. Het is de oudste afbeelding die ik ken van een sjamaan uit het gebied waar dat woord vandaan komt. Ik heb van Ten Berges afdruk een kopie gemaakt, daarin een vliegezwam getekend en die aan de muur van mijn werkkamer gehangen.
Ik ben altijd benieuwd geweest of Witsen iets schreef over roesverwekkende paddestoelen. Het leek me niet waarschijnlijk. De