De Gids. Jaargang 161(1998)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 590] [p. 590] Georgine Sanders Een huis om in te slapen De nachten Mist hangt in de straten, omfloerst de lantarens, legt het huis nu stil als een schip voor anker. De zeewind draagt het geluid van de mistboei van Gravesend Bay naar ons toe, in bed. Eenzaam baken voor een veilige doorvaart, en nog meer alleen als wij hier niet meer zijn. Wie slaapt dan in een ander bed in deze kamer? Heimwee bevangt mij, lang voor het afscheid. Wij gaan naar een huis in een stad op de prairie, een onbegrensd uitzicht in elke richting. De vlakke bodem van een droge, fossiele zee. Elke nacht ruist hier verkeer langs de snelweg en roepen de treinen bij iedere kruising: de Union Pacific en de Santa Fe. [pagina 591] [p. 591] Scheurkalender Toen ons weggaan eenmaal vaststond bleef ons nog bijna een jaar, voor weerzien en voor afscheid. Oogst voor herinnering. Oktober kwam met asters en rode blaren, november met dood blad en lege bomen. December bracht ijs en sneeuw en Kerstmis, januari niets dan kou en sneeuw en ijs. Maar in februari bloeide hamamelis, rode en gele draden aan een kale stam. In maart viooltjes op de wilde plaatsen en in april, bomenvol magnolia's. In mei stond de witte beachplum in het duin en kroop de blauwe regen over het zand. In juni kwamen de eerste rode rozen die de zomer verder zouden overheersen. Vuurvliegjes in juli, in de schemering, kleine stille lichten flitsend over het gras. Witte en roze hibiscus in augustus en toen ten slotte ook de langverwachte cicaden met hun staccato beurtzang. Nu nog septembers witte, wilde clematis en de trek van de bonte monarchvlinders. Maar dat zullen wij hier niet meer zien dit jaar. [pagina 592] [p. 592] Herfst langs de Trinity River Fort Worth, Texas Als een kleurig blad voortgewaaid door de wind, vliegt een monarchvlinder langs het balkon, op weg naar het zuiden, waar geen winter komt. En dan, toch nog onzeker, draait hij weer om. Wenden en keren vertragen het najaar, mist in de morgen, hete zon overdag. Groene bomen laten hun blaren niet vallen, maar de bleekpaarse aster bloeit al in het gras. Koude nachten leggen een waas van geel en roodbruin. Kleine spitse en zwarte eikels bedekken het voetpad. Elke dag verdicht zich de kleur van het landschap. Niets weerhoudt nu de storm die blaast uit het noorden. Hoge bomen staan kaal, hun grijze kruinen ontbloten de grote groene kraaiennesten van de mistletoe. Vorige Volgende