is. Hij verrast vriend en vijand met de uitspraak dat ‘architectuur en stedenbouw niet meer bestaan’.
Vervolgens roept hij op om de grote Aziatische steden te bestuderen, Kuala Lumpur, Shanghai, Hongkong, waar de wolkenkrabbers uit de grond schieten zonder enig masterplan, zonder notie van geschiedenis, zonder geheugen, zonder identiteit of context. Fuck context, heeft de opperarchitect al eerder parmantig betoogd. Hij stelt voor om aan het einde van de twintigste eeuw alle conventies overboord te zetten. Om on-zin na te streven in plaats van zin; om on-ruimte te maken in plaats van ruimte. En moet er toch iets tastbaars, iets driedimensionaals overeind worden gezet - iets waar wij mensen in kunnen verblijven - dan graag zó dat door de brute wijze van detaillering de constructie wordt ‘gedemystificeerd’, niets meer en niets minder.
Dit kan tot gevolg hebben dat in openbare gebouwen als een museum of kunsthal stalen roostervloeren en trappen worden gemonteerd met zulke grote gaten dat een hoge hak er onherroepelijk in vast komt te zitten. Ruim zicht onder korte damesrokken behoort ook tot de gênante beelden van de nieuwe, opwindende Piranesi-wereld. Hangende junglebruggen over diepe valleien van beton, die vervaarlijk uitslaan als men over het wankel pad naar de overkant tracht te slingeren, zijn geen uitzonderlijke handicaps in de nieuwste bouwkunst. Betonnen trappen die tevens als amfitheater dienst doen en zo steil zijn dat niemand van boven een bepaalde leeftijd er zonder hulp over durft te lopen, worden als hoogst normaal ervaren. Enfin, de avant-garde-architectuur schept oorden waar perfectie en imperfectie naast elkaar bestaan, waar materialen als kippengaas en golfplaat worden afgewisseld met roestvrij staal en natuursteen, en enige verfijning bij de afwerking als een te kostbare luxe wordt afgewezen. Bezoekers van het nieuwe, revolutionaire vpro-gebouw in Hilversums Mediapark struikelen bij binnenkomst steevast over een venijnige, onbedoelde drempel omdat een voor de architectuur noodzakelijke betonnen puist een uitloop moest worden gegund.
Het is van het grootste belang dat de sprong van het concept naar het voltooide gebouw zo kort mogelijk is, orakelt de voorhoede. Alleen op deze manier gaat de heftigheid, de passie van het idee zo min mogelijk verloren. Dat die heftigheid de mensen in hun gebouwen doet struikelen en stuntelen, met doodsverachting hun weg doet vinden naar de koffieautomaat, of dat ze zich niet verstaanbaar kunnen maken vanwege een allesoverheersende, galmende akoestiek, mag in het belang van de vooruitstrevende architectuur geen naam hebben.
Het internationale avant-gardegilde verandert met zijn bouwsels, met zijn taal en tekens langzaam maar zeker de wereld. De roostervloeren, de schots-en-scheve lijnen, de hellingbanen, de gestreepte gevels, de golvende daken, het oerwoud van duw- en trekstangen: al deze uiterlijke grillen zijn door de voorhoede voor het eerst met verve opgediend, om daarna door het epigonenleger tot verbleekte standaard te zijn verheven. Ferm geholpen door de handlangers van de hoogglanzende architectuurtijdschriften zijn de scheve lijn, de hellingbaan en het golvende dak onverbiddellijk de internationale bouwkunst binnengedrongen, bijna als een natuurverschijnsel. De windhoos of vloedgolf heeft huisgehouden met een kracht waarmee een kleine stad ondersteboven kan worden gegooid. Het wordt hoog tijd dat de architectuur van haar bovennatuurlijke krachten wordt bevrijd, onder één voorwaarde: dat niet louter leukheid ervoor in de plaats komt.