2
Nooit waren zoveel mensen zo vrij om hun individuele opvatting van een goed leven gestalte te geven. Nooit beschikten zoveel mensen over zoveel keuzemogelijkheden: wat eten wij vandaag, wanneer zullen wij een kind nemen en is opa niet toe aan een zachte dood? Nooit waren er ook zoveel mensen van overtuigd dat hun individuele keuzes niet belemmerd mogen worden door sociale of legale dwang. En in geen tijdperk geloofden zoveel mensen het lot in eigen handen te hebben als nu. Vraag het in de voormalige Oostbloklanden: vrijheid is gevulde schappen en een gevulde portemonnee.
Misschien is wel de grootste vrijheid dat de triomferende orde het mogelijk maakt om openlijk je eigenbelang tot richtsnoer van je handelen te maken. Jouw profijt is uiteindelijk het profijt van ons allemaal. En daarom hoef je niet besmuikt te doen over afbraak van arbeidsplaatsen, je eigen winstregeling of de shareholders' value. Sociale verantwoordelijkheid ontkent de individuele verantwoordelijkheid van de ander.
Onbekommerde individualiteit en maximale keuzemogelijkheid, de hof van Heden realiseert de liberale utopie. Iedere andere utopie is ideologisch verdacht. Daar telt het verleden zwaarder dan het heden en nog zwaarder dan de toekomst. De laatste overwinning is voor tijdgenoten nu eenmaal de norm. Tekortkomingen van het reëel bestaande kapitalisme zijn dus nog overgangsverschijnselen, incidenten op de weg naar het paradijs.
Niet alleen ideologisch, maar ook feitelijk is er geen andere keuze. Afhaken van de wereldmarkt betekent cubanisering, onvrijwillige quarantaine. De vrijheid der naties bestaat uit de vrijheid tot aanpassing. Die vrijheid treft ook de individuen. Zij moeten mobiel en flexibel worden. Minder eufemistisch: zij moeten zich aanpassen aan de eisen van de productie.
De paradoxale uitkomst van het streven naar maximale keuzevrijheid is de noodzaak tot aanpassing. Vroeger werd de economische dwang tot aanpassing verzacht door de politiek. Parlementen achtten zich in staat de consequenties van de markt te corrigeren. Maar in het mondiale web van netwerken is het dreigend voordeel voor de concurrent machtiger dan de nationale voorkeur. Het Duitse toptarief en de Belgische vermogensbelasting zijn voor het fiscale beleid doorslaggevender dan de opvattingen van de Nederlandse kiezers.
Dus ook de politieke keuze is niet meer wat ze geweest is. De strenge jury van het internationale kapitaal vergt geloofwaardige soberheid van de overheid en voorrang voor de marktsector, op straffe van hogere rente of koersdaling. Wij zien dan ook een wereldwijde beleidsconvergentie. Kiezers willen wel anders, maar beseffen dat zij niet anders kunnen. Vanuit deze spanning zadelen zij een Democratisch president op met een Republikeinse parlementsmeerderheid, de Bondskanselier met een oppositionele Bundesrat, de Président de la République met de noodzaak tot cohabitatie en koningin Beatrix met een paarse coalitie. Anything goes. En tegelijkertijd gaat niets. Als elk paradijs is ook de liberale zelfgenoegzaamheid een toonbeeld van stagnatie. Stagnatie van een mensvreemde dynamiek.
Intussen valt er veel te kiezen. De keuze van inlegkruisjes, babyluiers en wasmiddelen is historisch ongekend. Hier dreigen vrijheid en