De Vlaamse Reus is een grote wakende sfinx, zijn roomwitte voorpoten liggen netjes tegen elkaar en de platliggende oren wazen donkerrodig aan hun punten.
De dahliatikkers lachen.
De dahliatikkers van de Nachtegaalstraat staan op loopplanken of op houten ladders tegen de romp van bitterzure Vlaamse Sfinx.
De dahliatikkers roepen in een welkom geheten, je ooms zeggen u en Spaanse Brabantnichten wenken groot, donker en knap...
Je kijkt op.
Je gaapt naar het reuzenkonijn.
Je ziet overal platte dozen vol kleurige bloemen zonder steel.
Kunde Gij...?
Je klimt langs de diepgroene geur omhoog om dahlia's aan te geven.
Daarna gulpt er verpekte koffie uit kannen van blik in zalfwitte mokken met een blauw randje. De dahliatikkers slurpen en klimmen weer in de nacht en vullen de romp van het konijn met zachte bloemen.
Dunnoptochtvanzundertetveulfigure...
Hun wagens zijn zonder blaadjes of sprieten of stelen en je weet van ergens een corso met wagens Dazzèneigullukmierbloemstukkunnopwiele.
Je verbaast je over haar tongval.
Je gelooft je mooie nicht meteen.
Je houdt van Zundertse wagens en nikste bloemstukken en je tikt je eigen dahlia's in een spiraal op een rond karton in gele, oranje en rode vlammen.
Wamoaktegij?
De Vlaamse Reus leeft onder de zon van de krankzin door Vincent Van Gogh en het is laat en je gaat nimmer meer naar bed...
Opstoanoormenneke.
Delestenkommesubietthuis.
We vieren aan lange tafels.
Dat de Vlaamse Reus klaar is.
Dat de Vlaamse Sfinx straks de straat op rolt.
Je rilt soms van moeheid.
Je vindt de dingen mooier als ze nog moeten komen en nog niet af zijn en je kijkt toch verlekkerd naar die vettig ogende kippen in waterzooi.
Je ziet bonte geblokte theedoeken over manden vol slappe sloffen brood, minstens honderd worstenbroodjes met heerlijke nootmus-