Doeschka Meijsing
Bij onstentenis
De wereld bestaat dankzij onze zintuigen. Anders bestaat zij niet of wij niet. Wittgenstein kan wel zeggen dat ‘Die Welt alles ist, was der Fall ist’ en even later dat ‘Die Gesammtheit der Tatsachen bestimmt was der Fall ist und auch, was alles nicht der Fall ist’, maar deze logisch-positivistische droom smelt als sneeuw voor de zon als je je voorstelt dat je op een dag wakker zou worden en alle vijf zintuigen zouden hun functie hebben neergelegd. Je spieren werken, je hersens werken, je hebt honger en dorst, darmen, lever, milt, gal en alvleesklier zijn in uitmuntende conditie, slechts de vijf traditionele zintuigen zijn uitgeschakeld. Je weet dat die Tatsachen bestaan, alleen kun je ze niet meer horen, zien, voelen, ruiken of smaken.
In deze nachtmerrie werkt weliswaar de sterkste spier, het hart, maar niet meer als metafoor: het hart, het gaat altijd in laatste instantie om het hart.
Als ik over de materie van de zintuigen na ga denken, overvalt mij een aan radeloosheid grenzende verwarring. De ‘textuur’ van een geliefd lichaam; de geur die je je niet kunt herinneren maar die - als je hem weer tegenkomt - als een Talys door je herinnering dendert; de smaak idem dito; muziek of het timbre van een stem die je verliefdheid kan wekken. En dan de kleur, het belangrijkste onderdeel van het gezichtsvermogen. Ik verheug me in goede tijden elke dag bij het opstaan over het bestaan van kleur: de kleur van een mens, van de natuur, van de voorwerpen, van de schilderkunst, van de steden. Zo is Rome voor mij oranje, Parijs grijsgroen, Wenen pastel, Amsterdam lei & rood.
Des te merkwaardiger is het dat mijn ‘binnenkant’ ontstentenis van kleur vereist. Ik merk dat het beste aan de fotografie. Kleurenfoto's zijn voor mij vakantiekiekjes die niet meer teweeg brengen dan een ‘o ja, wat was het daar mooi’. Zelfs de mooiste kleurenfoto's door Gisèle Freund van Virginia Woolf of Henri Matisse (dé kleurenschilder onder de schilders), de gekleurde orchideeën van Ro-