Pam Emmerik
Tong moet tango
Herinner me dat ik als kind een vriendin van mijn moeder tijdens het sherryuurtje hoorde verklaren dat ze eigenlijk liever zou willen dat neuken neuën genoemd zou worden. Neuken vond ze te hard klinken, zo bonkerig. Maar neuën ontnam voor mij meteen alle magie aan het woord, het klonk als iets dat je tijdens autoloze zondagen in gezinsverband kon beoefenen, stomvervelend, maar vooral zuinig in het gebruik.
Met de k was gewoon alle vuurwerk dat je achter het woord vermoedde verdwenen, de k van kont, van kut, van klootzak, van kolerelijer en kip! De tong moet walsen, wil het nog een beetje wat worden.
Brillat-Savarin - die smaakliefhebber - heeft vastgesteld dat er drie specifieke tongbewegingen zijn: op en neer, ronddraaiend en heen en weer, maar je houdt natuurlijk altijd mensen die er niet voor willen uitkomen dat ook zij - hoe verachtelijk! - eten en die hun hand voor hun mond houden terwijl ze kauwen; die neuën hun eten, die schamen zich voor hun kip.
Terwijl de tong toch zo graag walst. Mijn oma vertelde vaak dat mijn opa zo kon vloeken dat je er helemaal koud van werd, ze beweerde zelfs dat hij iemand kon aborteren met zijn gevloek, een uitermate goedkope en gezonde vorm van abortus dunkt mij, die misschien alleen in EO-kringen op verzet zou kunnen stuiten.
Ik nam me voor om ook zo'n uitmuntende vloeker te worden, neem het me nog voor tot op de dag van vandaag. Veel mensen denken overigens dat de kracht van een vloek in de originaliteit van de samenstelling schuilt, maar dat is niet zo. Een vloek hoeft echt niet te verrassen. Hij moet alleen keihard aankomen. Daarom heet het ook krachtterm. Slachtoffer recht in het hart getroffen, tegen de kloten, diep de baarmoeder de oersoep in.
Laatst zag ik op tv een walvis klaarkomen. Wat een kip had hij! De sliertjes sperma zweefden als zeemelk door het water. En zelf zijn wij ook zeemensen. Onze tranen bewijzen het.
Daarom denk ik dat zeevlees een goede afwisseling op het menu kan zijn. De ene dag zeevlees en de volgende dag vis. En zo is het ook met woorden. Je moet ze niet wegdoen, je weet nooit waar je ze nog eens voor nodig zou kunnen hebben. Het lijkt me wel een goed idee om woorden tijdelijk om te ruilen, ze een beetje rust te gunnen in een andere omgeving zodat ze daarna weer fris aan de slag kunnen.
Mijn voorstel zou zijn om het woord prins, dat nogal is gedevalueerd door het onbeheerste gedrag van Willem-Alexander tijdens de Olympische spelen in Atlanta, tijdelijk om te ruilen met het woord hond dat door Moos (kipzwart, bijna vijf jaar oud), die lief, slim en waaks is - allemaal eigenschappen een troonopvolger waardig - zo'n glanzende betekenis heeft gekregen. Dat wordt dan dus hond Willem Alexander en prins Moos. Dat daar logischerwijs uit zou kunnen volgen dat Beatrix een teefje is, kan ik ook niet helpen. Tong moet tango.