De Gids. Jaargang 160(1997)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Marc Kregting Drie gedichten Kuru Waar je de linkerarm uitstrekt om de rechter te laten zingen. Vaak betere lieden beheersen het gevlijm langs de naden. Even speekselrijk kan de rechter, net zolang geen noga waar je de linkerarm uitstrekt. De geachte omtrekken worden gevuld, alles raakt inept. Een dochter streept haar leren jas langs het gaas. Gossie dat zal wat geven, zeveraar. Slaapt de bijl. Waar de linker maar op wie ga je je verlaten. [pagina 135] [p. 135] Okonkolé y trompa Het lijk zich sterk heeft gelegd aan de duinen, je neemt land in. Sterker, het is zo goed als ontgonnen en alle molshopen zijn bevroren. Dat duidt op kruimige kost. De pureeschieter poert de gaten. Giet het zilt kokend uit en een ketel voorziet het ingewand. Blind heeft ogen in de rug, twee achter zijn bretel. Er gaat je een boertje dwars. City of angels Niet zeer onder de indruk van je schotwond. Daarvoor heb je een vleugel nog. Je woonst is belaagd. En daal door bij het gefröbel aan de flank, ga op. Hier weer dolle lola, straalt het drukverband. Je neuswijze vestigt een huldeblijk. Eerst roppen. Zie je je aangeraakt. Vorige Volgende