een grote afstand tot de wetenschap daaraan iets zou willen bijdragen, waar naar mijn overtuiging een grote invloed op de wetenschapsbeoefening van kan uitgaan, in het bijzonder op het terrein van de humaniora of nog preciezer de geschiedwetenschap. Ja, zozeer meen ik een alomvattende theorie over het verloop der menselijke ontwikkeling te hebben ontdekt, dat de geschiedenis, wanneer men haar eenmaal door de bril van mijn ontdekking heeft leren zien, daarna nooit meer dezelfde zal zijn. Ik geloof zelfs dat grote delen van de historische wetenschap, de antropologie, de psychologie en de sociologie overbodig worden, aangezien zij veel te ingewikkelde verklaringen zoeken voor zaken die - als men ze eenmaal in hun wezen en onderlinge samenhang heeft leren herkennen - vrij eenvoudig blijken te liggen.
Ik zou graag zien dat u deze brief als een open sollicitatie wilt opvatten, bij voorkeur naar een positie als hoogleraar aan een der Nederlandse universiteiten, liever nog buitengewoon hoogleraar, vrijgesteld van onderwijs, waarmee tot uitdrukking komt dat mijn benadering van de moderne beschavingsgeschiedenis van de mens allerminst gewoon te noemen is. Ik kan mij dan geheel aan de voortzetting van mijn onderzoeksprogramma wijden.
Een curriculum vitae zal ik u besparen. Mijn precieze levensloop is ook weinig ter zake. Ik ben zelf helaas op een zaterdag geboren, maar dat doet meen ik niet af aan de inhoudelijke merites van mijn wetenschappelijke visie. U moet weten dat mijn vader jarenlang journalist was bij een keurige Rotterdamse krant, en daardoor heeft hij op zondag nooit iets betekenisvols kunnen verrichten, aangezien er op die dag in Nederland geen krant te maken valt. Maar zoals gezegd, mijn persoonlijke achtergrond is niet van belang. Het gaat om mijn ideeën.
Welnu, Hooggeleerde Dames en Heren, op het eerste gezicht lijkt het alsof de zondag altijd een kalme dag is, alsof de mensen hun bijbelse rustdag cultiveren en hun die ook niet ontnomen wordt. Maar naar mijn overtuiging is die zogenaamde zondagsrust bedrieglijk.
Als een dier ogenschijnlijk rustig zit, voert het iets in zijn schild. Stilzittende spinnen, onbeweeglijke krokodillen, turende poezen, roofvogels die op één plek in de lucht hangen, alle gebruiken zij de schijnbare rust, die aan anderen veiligheid suggereert, als camouflage voor en voorbereiding op hun meest energieke en gewelddadige acties. Zo is het ook met de wereld in het groot. De zogenaamde stilte die de Dag des Heren ons biedt, wordt door de Voorzienigheid zelf, of zo u wilt door het Noodlot, gebruikt als dekmantel voor het