mei van datzelfde jaar pleegde hij zijn eerste lustmoord. Het was de eerste in een serie van elf en nog een aantal pogingen.
Hij begon een trekkers- en vagabondenleven te leiden en zijn uitrusting laat duidelijk zien hoe hij op alle eventualiteiten onderweg was voorbereid.
Op 20 november van dat jaar pleegde hij zijn tweede lustmoord, op een dertienjarig meisje. In Vidauban.
Zijn derde lustmoord pleegde hij op 12 mei 1895 op een zeventienjarig meisje in Bois-de-Chêne.
Op 24 augustus 1895 was het slachtoffer van zijn vierde lustmoord bij wijze van uitzondering een vrouw van achtenvijftig, in St. Ours (Savoye).
Op 31 augustus was het een jongen.
Op 22 september een meisje van zestien.
Op 29 september een herdersjongen van veertien jaar.
Na deze opeenstapeling van misdrijven in korte tijd trad er een pauze in tot maart 1896, toen hij een mislukte poging ondernam op een elfjarig meisje dat zo hard gilde dat ze kon worden gered.
Hij werd voor korte tijd vastgehouden wegens landloperij.
In september zet hij zijn lustmoordserie voort met een moord op een negentienjarige vrouw, en op 1 oktober vermoordt hij een veertienjarige herderin.
In mei van het jaar daarop begint hij weer bij Lyon met de moord op een veertienjarige landloper en op 18 juni is het een herdersjongen van veertien in het Rhône-departement.
Kort daarna werd hij gearresteerd toen hij in het bos bij Champs een jonge vrouw overviel, niet vermoedend dat haar man in de buurt was, die hem met twee andere mannen samen overmeesterde nadat hij de vrouw al op de grond gedrukt had.
Er is een zeker systeem herkenbaar in zijn daden, want het kan bijna geen toeval zijn dat zijn misdrijven zowel in het voorjaar als in de herfst het meest talrijk zijn.
Laten we de afzonderlijke gevallen eens wat nader bezien.
Op 19 mei 1894 kwam hij op een verlaten weg de eenentwintigjarige Eugenie Delhomme tegen. Zonder een woord te zeggen, besprong hij haar, drukte haar op de grond, verbrijzelde met zijn voeten haar hoofd en wurgde haar. Zoals hij zelf bekende deed hij dat omdat hij in de gauwigheid zijn mes niet kon vinden en de dood wilde bespoedigen om te voorkomen dat ze ging gillen. Het meisje was groot en flink en er was nogal wat inspanning voor nodig om haar te overmeesteren. Hij schijnt zijn mes pas te hebben gevonden toen ze al dood was. Hij sneed haar in de hals, ontblootte haar buik en trapte er met zijn voeten op. De tepel van haar linkerborst was bijna helemaal weggereten. Uiteindelijk sleurde hij zijn slachtoffer achter het struikgewas en onteerde daar het lijk.
Dit geval, de eerste van zijn moorden, vormt, op het trappen met de voeten na, want dat werd naderhand vervangen door messteken, in zekere zin het paradigma voor alle andere gevallen. Vacher is erop uit om zijn slachtoffer te doden en het pas als lijk of in doodsnood te schenden. Het komt niet altijd zo ver, vaak ook ziet hij van de schending af, omdat zijn lust al eerder wordt bevredigd of omdat hij wordt gestoord. Hij voltrekt de coïtus zowel in de schede als in de anus. Maar dat laatste is tijdens de gerechtelijke onderzoeken steeds buiten beschouwing gebleven en pas door zijn bekentenis werd dat duidelijk.
In de vagina van het eerste slachtoffer werden geen spermatozoïden gevonden.
Toen het lijk de volgende dag werd ontdekt, was Vacher al ver weg, richting zuiden, naar Menton waar hij bij een van zijn zusters onderdak hoopte te krijgen. Onderweg daarheen zag hij op 20 november op een verlaten stuk weidegrond in de gemeente Vidauban een boerenmeisje van dertien jaar, Louise Marcel. Hij viel haar aan, greep haar naar de keel en sleurde haar zo in een nabije schaapherdershut. Hij dacht dat het goed ontwikkelde meisje een jaar of achttien was. Met een geslepen mes, dat hij