De Gids. Jaargang 159(1996)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 112] [p. 112] Mark Boog Gedichten Ongedaan Een voorzichtig trillen van de stembanden - ongedaan! Er is hier niets gezegd. Hoor: hiernaast klinken stemmen. Je kunt ze door de muren horen, onze goedbedoelende, hardwerkende muren. We wissen, zenden anti-geluid, streven naar een verlegen niets dat breekbaar is als schoonheid. We maken ongedaan wat we niet doen, ontkennen wat we wilden doen, negeren barsten in de schaal. We wagen het met neergeslagen ogen geen muur te bouwen tussen ons. [pagina 113] [p. 113] Mededeelzaam De weg is mededeelzaam als de lucht en als de achterkanten van de mensen. Deze plaats is hoog en helder, stil omdat geluid niet doordringt. Ik verwacht gemompel uit de mensen. Het glas van de lucht blauw bewerkt, stof in de bundels licht, schuine zuilen die gemakkelijk dragen. De weg is mededeelzaam en de lucht heeft elk verhaal, hoofdpersonen in processie. Ergens slaat het om, de lijnen snijden, ergens stijgt het zien boven het leven, ergens valt de schaamte weg, de spijt. Kozijnen in rijen omvatten schilderijen waarop heiligen niets doen dan kijken. Ik zou sterfelijk willen zijn. [pagina 114] [p. 114] Licht is gebrek aan duisternis Licht is gebrek aan duisternis, maar ik voel mij door het schijnen aangeraakt. Ik zal nog vele lampen doen ontbranden. Ik weet van de omkeringen van dingen en ik vermoed hun waarheid. Het moet wel: scherpzinnigheid is alles. Het stralen bereikt me nu, de koude van het vuur weet zich aannemelijk te maken. Alles zo onecht, ik grijp ontkenning aan met handen snel van wanhoop, denken volgzaam door gebrek aan houvast. Ontdek ik weer een leeslamp donker. [pagina 115] [p. 115] Niet ver Het water is een blok bewegend steen, de bovenkant golft en glanst, de meeuwen stuiteren er overheen. Ik zou het willen uithollen, er een huis in bouwen dat vriendelijk is en buurloos. Maar mijn beitels van stemkracht moeten op papier geslepen worden, en daar blijven ze dan plakken. Er gaat een grote, lelijke boot door waar ik mijn huis wil bouwen. Ik zeg niets. Ik ken de precieze juridische term niet waarmee ik hem kan beschuldigen. Ik mompel iets van ‘ga weg’, meer niet. Het draagt niet ver. Vorige Volgende