schaarste. Van Thomas Hobbes tot Michel Foucault, die algemeen als zijn hoofdwerk tot nu toe wordt beschouwd. Daarnaast schrijft Achterhuis allerhande artikelen, niet alleen voor vaktijdschriften, maar vooral ook voor dag- en weekbladen: ‘Mijn Nieuwe Kerk-lezing over de moraliteit van de techniek is in Socialisme en Democratie (1995/1) verschenen, terwijl ik dat stuk ook in een vaktijdschrift kon publiceren. Ik heb voor Socialisme en Democratie gekozen, omdat het dan ook in de PvdA doorwerkt. Ik heb heel veel reacties uit die hoek ontvangen, met als gevolg dat er een openbare discussie in dat blad ontstond. Dat interesseert me meer dan een publikatie in een smal filosofisch tijdschrift. Ik beschouw het als een taak van een filosoof om voor een breder publiek dan de eigen vakgenoten te publiceren. Mits het maar kwaliteit heeft.’
Zelf neemt Achterhuis - wiens opvattingen in de bundel Natuur tussen mythe en techniek, tot zijn spijt, zoveel controversiëler worden afgeschilderd dan ze feitelijk zijn - als filosoof graag de houding van een politiek dier aan: ‘Daarmee bedoel ik: het ontwikkelen van een gevoel voor de realiteit die in de politiek aanwezig is, maar ik wil daar zelf geen enkele rol in spelen. Ik heb contacten met een aantal wetenschappelijke bureaus van politieke partijen, zoals de PvdA en D66. Dat vind ik belangrijk, maar ik wil een volstrekte zelfstandigheid behouden. Ik ben geïnteresseerd in hoe het er in de maatschappij aan toegaat, welke processen zich afspelen, waar de mogelijkheden liggen, maar tegelijk wil ik daar ook graag een gefundeerde kritiek op kunnen leveren. Op het gebied van de politiek is Machiavelli een van mijn geliefde auteurs. Prachtig vind ik het, zoals hij in Il Principe beschrijft hoe je een stadstaat met liegen en bedriegen, maar net niet over de schreef gaan, op de been houdt. Niet dat ik dat zelf allemaal doe, maar ik begrijp het heel goed.’
In 1990 keerde de politiek en sociaal filosoof Achterhuis, die inmiddels bijzonder hoogleraar in de milieufilosofie aan de Landbouwuniversiteit Wageningen was geworden, naar zijn geboortestreek Twente terug. Daar werd hij hoogleraar in de algemene wijsbegeerte aan de Universiteit Twente, alwaar hij in de herfst van 1992 zijn inaugurele rede hield: ‘Technologie en filosofie: beeld en werkelijkheid’, de eerste aanzet tot de ontwikkeling van een hermeneutiek van de technologische ervaring. Achterhuis: ‘Het techniekfilosofische programma dat ik in mijn oratie heb uiteengezet, staat nog steeds overeind, maar in literair opzicht was die rede geen hoogtepunt. Het was te veel op een speciale gelegenheid en een bepaald publiek geschreven.’
Sinds zijn oratie aan de Universiteit Twente is Achterhuis zich steeds meer als techniekfilosoof gaan profileren. Dat heeft hem in sommige kringen de naam opgeleverd een modieus filosoof te zijn die maatschappelijke ontwikkelingen vooral kritisch volgt om snel de vinger op de zere plek te kunnen leggen. ‘Voor dergelijke kritiek ben ik behoorlijk gevoelig,’ merkt Achterhuis op. ‘Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik juist tegen de stroom in roeide. Ik had misschien wel enigszins een idee wat er op bepaalde gebieden van de maatschappij speelde, maar modieus meepraten... nee! Wat ik naar aanleiding van mijn boek over het welzijnswerk allemaal niet naar mijn hoofd geslingerd heb gekregen, dat was niet mis. Het zelfde geldt voor mijn bijdrage in Als de dood voor het leven - dat schotschrift van Willem Jan Otten cum suis over die Hoge Raad-zaak van de Haarlemse psychiater Chabot die zijn vijftigjarige patiënte Nelly Boomsma professioneel bij haar zelfmoord heeft geholpen - en ook voor een paar lezingen in Natuur tussen mythe en techniek. Mijn Wageningse oratie was niet in de lijn van de Landbouwuniversiteit, die streek heel wat mensen tegen de haren in. Ik heb Vandana Shiva, die nu in de Ecology-beweging bekend is, toen in Nederland geïntroduceerd. In haar aangrijpende boek Staying Alive (1989) beschrijft zij hoe in de derde wereld de film van de moderne westerse geschiedenis in een versneld tempo, met een geweldige intensivering