kanaal, soms begint alles te trillen. Ik vind boten alleen mooi als ze niet varen. In een volgend leven ben ik wie ik nu ben, zonder flauwekul. Zolang iets geen flauwekul is, kan ik het gebruiken, dat gaat vanzelf. Je hebt jongetjes die om duiven moeten lachen, die hebben het buskruit niet uitgevonden. Ik wil niet zeggen dat duiven ideale beesten zijn, duiven staan halverwege de lijst. Diezelfde jongetjes lachen ook om huisjes. Maar ik schilder niet voor iemand in het bijzonder, dat is het. Wat ik jammer vind, maakt weinig verschil. Een keer heb ik mijn mond gehouden, toen had ik iets bedacht waarvan ik schrok. De ochtend is vaak mooier dan de middag. Sommige mensen zijn banger dan andere. Voor mijn zoons groeien de bomen hoogstens tot in de wolken, dat heb ik ze bijgebracht op de verkeerde leeftijd. Naar allerlei dingen kun je kijken tot je een ons weegt. Ik ga niet in het holst van de nacht uit bed om een huisje te schilderen, of om op te schrijven wat ik droom. De duiven zien me graag komen, ze hebben vreemde gewoontes. Met doping vergeten ze die, dan vliegen ze harder dan hun karakter of raken ze zoek. Mijn ene zoon is onderwijzer, hij heeft een neus voor gebreken. Een pond is minder dan een kilo, over dat soort dingen droom ik. Ik vraag me weleens af waarom ik dromen zo leuk vind. Van mijn grootmoeder heb ik nog twee foto's, de rest heeft iemand verscheurd bij een verhuizing. Mijn dochter haakt in haar vrije tijd. Ik moet er niet aan denken, mijn vingers zijn te groot. Alles draait om afmetingen. Ik weet best dat dromen me niet armer of rijker maakt, niet slimmer of gezonder. Misschien ben ik ouderwets. Vroeger verzamelde ik schelpen, nu schilder ik huisjes. Aan landhuizen begin ik niet. Flats en kastelen bestaan al in het echt. De meeste duivenmelkers zijn bijgelovig, die zijn streng voor de tijd. Hier zijn allerlei dingen omgedraaid. De tijd is streng voor mij, hoewel woorden eigenaardige waarheden verkondigen. Ik word soms kwaad op de duiven,
dan stel ik me aan. Als duiven zich aanstellen, moet je oppassen, wie je ook bent. Kwaad zijn is iets anders dan een slecht humeur hebben. Ik durf niet alles te zeggen, ik verklap geen geheim van een ander. Volgens een van mijn neven kun je beter niet schilderen in een vrolijke bui. Elke familie zit vol gekken. Daarover wisselen duivenmelkers nieuwtjes uit, over de telefoon en bij de duivenvereniging. Duivenmelkers hebben het goed voor met de tijd, daarom zijn ze bijgelovig. Iedereen zijn eigen mensenkennis. Ik hoorde laatst van een vrouw met wie ik op de lagere school heb gezeten dat iedereen zijn eigen verdriet heeft. Ze woont een paar straten verder, boven haar bloemenwinkel. Voor mijn duiven had ze geen belangstelling, ze was er allergisch voor, zei ze. Dat vond ik prachtig, duiven zijn allergisch