Annegret Böttner
Een Italiaanse poète maudit
Dino Campana (1885-1932) is een van de belangrijkste Italiaanse dichters van deze eeuw. Hij groeide op in Marradi, een provinciestadje niet ver van Florence, onder niet bepaald gelukkige omstandigheden: zijn moeder leed onder de depressieve sfeer van het stadje en liet het kind vooral na de geboorte van zijn jongste broer vaak aan zichzelf over. Zijn vader, een goedwillende onderwijzer, was niet tegen de spanningen binnen het gezin opgewassen.
Campana weigerde zich aan de in zijn omgeving heersende normen aan te passen. In het stadje werd hij voor ‘gek’ versleten. Men dreef de spot met de jonge man, die aan de ene kant onhandig en lomp, aan de andere kant ook bijzonder trots was.
De school was voor hem een nachtmerrie en al gauw kwam hij in opstand tegen ouders, leraren en maatschappij. In 1904 stuurde zijn vader hem naar de universiteit, waar hij scheikunde zou gaan studeren. Maar Campana was wars van academische regels en gebruiken en maakte de studie niet af. Hij zwierf vaak door de bergen in de omgeving van Marradi, lezend en schrijvend. De auteurs die vooral van invloed op hem zijn geweest zijn Carducci, D'Annunzio en Nietzsche.
In 1906 werd hij voor het eerst opgenomen in een psychiatrische inrichting. Hij ontsnapte en reisde via Zwitserland naar Parijs. Terug in Marradi kon hij al gauw niet meer tegen de verstikkende omgeving en de mensen die hem bespotten.
In 1907 vertrok hij, deze keer met toestemming van zijn vader, voor een langere reis naar Zuid-Amerika. Om te kunnen overleven oefende hij de meest uiteenlopende beroepen uit: messenslijper, douanier, stoker, gaucho, acteur, mijnwerker, agent, koorddanser... In 1908 kwam hij terug naar Europa, waar hij zijn onrustig bestaan voortzette. Als gevolg van buitensporig gedrag, dat werd toegeschreven aan zijn geestesziekte, werd hij herhaaldelijk opgepakt en belandde hij in verschillende inrichtingen. Vaak trok hij zich terug in de bergen van zijn geboortestreek of ging hij op reis, nu binnen Europa, in een poging de wereld en zichzelf te ontvluchten. Tussen die ontsnappingspogingen door kwam hij uit noodzaak telkens weer in het gehate ouderlijk huis terecht. Steeds vaker had hij last van zware depressies en ondraaglijke angsttoestanden.
In 1918 werd hij in een inrichting in Castel Pulci opgenomen waar hij de rest van zijn leven doorbracht. Na het uitbreken van zijn psychose heeft hij bijna niets meer geschreven.
Tijdens zijn leven verschenen alleen de Canti Orfici (1914), de neerslag van zijn avontuurlijke en chaotische leven. Daarin vermengen zich hallucinaties, reisherinneringen en landschappen tot vaak raadselachtige lyriek en proza.
De geschiedenis van de publikatie van de Canti Orfici past bij Campana's levensverhaal. Al in 1908, terug uit Zuid-Amerika, was Campana begonnen eraan te werken. In 1913 was Campana met het manuscript, oorspronkelijk Il giorno piu lungo (De langste dag) geheten, naar Florence gegaan om het Giovanni Papini en Ardengo Soffici voor te leggen. De schrijver Papini en de schilder-schrijver Soffici hadden in 1913 het futuristische tijdschrift Lacerba opgericht,