De Gids. Jaargang 157(1994)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 654] [p. 654] H.H. Ter Balkt De overeenkomsten tussen mij en de mispel De overeenkomsten tussen de mispel en mij zijn vele Ik heb geen vijf vlaggetjes en de mispel wel De mispelbloem woont in zijn landgoed van blad, in de nissen van mijn tanden schuilt al aarde Alles aan de mispelboom is eerbiedwaardig, hij is, ooit, zijn wortels optillend, over de berg verschenen met zijn klassieke doornen, zijn attische bloesem en zijn ouderwetse lekkernijen Hoe kan ik tegen de mispelvrucht opboksen! Hij kent de zin van het leven, de zekerheid waar de appelvink op hamert en de koolmees; al zijn takken zijn verder stromende rivieren, ik was afgeknot ijs, de adem van de wereld toverde mij in een ijspegel om hangend aan de mispelboom in de hakhoutwal op de mookerheide Ik had mijn doornen ingeklapt en mijn waarheid lag ongewenst eetbaar in het gras, in mei, de onstuitbare maand Eeuwenoude waarheden begraven op de mookerhei! [pagina 655] [p. 655] Mei is de toverspreuk over de winter, de doorn is de waarheid over het blad maar de vrucht, ongewenst of langverwacht, ontsnapt aan alle velden, alle rivieren, elke waarheid Ik ben gebronsd en bros door de zon De mispel snakt naar de rijping en naar mei Dat is de reden waarom de mispel mij was, ik de mispel was uit: In de kalkbranderij van het absolute, 1990 Vorige Volgende