Maar nu, enigszins gerangschikt, de hoogtepunten en daarbij niet vergeten de man die voordat er ‘danskundigen’ werden aangetrokken de dansprogrammering verzorgde: Peter Diamand.
De eerste verrassing was in 1948 het optreden van Les Ballets des Champs Elysées met Jean Babilée, Nathalie Philippart en Jouly Alcharoff. Ze dansten Le jeune homme et la mort. Indrukwekkend! Van Roland Petit: Le loup en Zizi Jeanmaire als een fascinerende Carmen. Gevolgd door het Grand Ballet de Monte Carlo - Compagnie du Marquis de Cuevas met de eerste sterren Rosella Hightower, André Eglevsky, Tamara Toumanova, George Skibine, Marjorie Tallchief, John Gilpin en Ethery Pagava. Daarna de Nederlandse dansers Joyce van der Veen, Tutti Enderle en later Marianne Sarstädt. Ze dansten Dessins pour les Six van John Taras, Concerto Barocco van Balanchine.
1951 - een belangrijk jaar. Voor het eerst een Nederlandse inbreng. Een samengesteld programma van Het Ballet der Nederlandsche Opera onder leiding van Darja Collin met haar choreografieën Jeux d'Enfants (decor Jan Bons) en Moulin Rouge (decor Gerard Hordijk) en het Ballet der Lage Landen onder leiding van Mascha ter Weeme en Max Dooyes met Garden Party (choreografie Pieter van der Sloot) met dansers Ine Rietstap, Andrine de Clerq, Milly Emmer, Mascha Stom, Johan Mittertreiner, Karel Poons en Greetje Donker.
En dan, in 1952, komen de Amerikanen!!! Ze zouden van grote invloed zijn op de ontwikkeling van de Nederlandse danskunst.
Het New York City Ballet onder leiding van Balanchine met Jerome Robbins Interplay op muziek van Morton Gould. Wat zou ik dat graag weer willen zien! Net als The Cage. Fantastische dansers: Nora Kaye, Tanaquil LeClerq, Melissa Hayden, Maria Tallchief, Jacques d'Amboise. Het American Ballet Theatre met Serenade en La Valse van Balanchine en Pied Piper en Afternoon of a Faun van Robbins.
Martha Graham bracht de Nederlandse danswereld in extase. Het geheel nieuwe bewegingsidioom, de nieuwe uitdrukking van het lichaam en de nog niet ontdekte technische mogelijkheden. Ze gaf vorm aan mythen, aan innerlijke conflicten, door drama, humor, psychologie, poëzie, kracht en tederheid. De prachtige dansers, Erik Hawkins, Pearl Lang en Yuriko, voerden deze choreografieën uit in een overweldigend toneelbeeld van Noguchi: Diversion of Angels, Letter to the World, Every soul is a Circus en Appalachian Spring.
Uit Engeland kwam eerst in 1954 The Sadler's Wells Ballet met The Rake's Progress van Ninette de Valois, de zo uiterst muzikaal weergegeven Variations Symphoniques van César Franck in de choreografie van Frederick Ashton en The Shadow van John Cranko met de dansers