Medewerkers aan dit nummer
catherine barel (1939) bezorgde ‘Portugese literatuur na Pessoa’. Zij studeerde Franse en Portugese taal- en letterkunde in Amsterdam en is werkzaam als docente en vertaalster Portugees.
h.c. ten berge (1938) debuteerde in 1964 als dichter met de bundel Poolsneeuw, in 1966 en 1967 gevolgd door Swartkrans respectievelijk Personages. Ook verzamelde en vertaalde hij Mythen en fabels van noordelijke volken (drie delen, 1987). Eind 1993 verscheen bij Meulenhoff Materia prima, een bundeling van alle gedichten die hij tot dan toe publiceerde.
benjamin biebuyck (1968) studeerde Engelse, Duitse en algemene taal- en letterkunde aan de universiteiten van Gent en Basel. Hij bereidt een proefschrift voor over de werking van literaire figuurlijkheid, waar bij zijn bijzondere belangstelling uitgaat naar Nietzsches proza en poëzie.
arjen duinker (Delft, 1956) publiceerde de dichtbundels Rode oever en Losse gedichten, alsmede de roman Het moeras. Dit voorjaar verschijnt, eveneens bij Meulenhoff, de dichtbundel De gevelreiniger en anderen.
n.g. van kampen is emeritus hoogleraar in de theoretische natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
chris keulemans (1960) is programmamaker bij De Balie in Amsterdam. Van hem verscheen de verhalenbundel Overal om me heen is ruimte (Van Gennep, 1992).
fransje klaver, juriste, gespecialiseerd in auteurs-, media- en informatierecht, was onder meer verbonden aan unesco (Parijs) en de faculteit van politieke en sociale wetenschappen te Amsterdam. Als spijtoptante van een studie in de letterenfaculteit publiceert zij tegenwoordig bij voorkeur over onderwerpen van literatuur en beeldende kunst.
harrie lemmens (1953) vertaalde werk van onder anderen J. Rentes de Carvalho, João Ubaldo Ribeiro, Fernando Pessoa, José Saramago, Eça de Queiroz, António Kobo Antunes, Machado de Assis en Mário de Sá-Carneiro.
sophia de mello breyner andresen (1919) is dichteres en noveliste. Zij groeide op in Porto en studeerde klassieke talen in Lissabon. Bekende dichtbundels van haar zijn Dia do mar (1974) en Navegaçoes (1983).
goenawan mohamad (Batang, Midden-Java, 1941) liet zich in 1959 inschrijven aan de Universiteit van Indonesië in Jakarta (psychologie en wijsbegeerte). Hij koos na twee jaar voor de literatuur en publiceerde regelmatig in het blad Sastra. In 1963 sloot hij zich aan bij de schrijversgroep die in het Cultureel Manifest de doctrine aanviel van de Indonesische Communistische partij. Zijn werk, sindsdien verboden, verscheen nog slechts onder pseudoniem. In 1965 vertrok hij naar Europa om het verstikkende politieke klimaat in Indonesië te ontvluchten. Begin 1967 keerde Goenawan terug naar Jakarta en sloot zich aan bij het dagblad Harian Kami, geleid door jonge intellectuelen uit de semi-ondergrondse beweging. In 1970 verliet hij Harian Kami en richtte een eigen weekblad op, Ekspress, alwaar hij nog binnen een jaar door de regeringsgetrouwe uitgever werd ontslagen. Getergd nam hij het initiatief tot een tweede weekblad, Tempo, dat in 1982 van regeringswege werd verboden, maar twee maanden later weer herleefde. Belangrijkste publikaties: Pariksit (gedichten, 1971), Portret Seorang Penyair Sebagai Si Malin Kundang (een essaybundel over dichtkunst, 1972), Seks, Sastra, Kita (essaybundel, 1980) en drie bundels korte verhalen, Catatan Pinggir, waarvan de laatste in 1990 verscheen.
arie pos (1958) studeerde Nederlandse en algemene literatuurwetenschap in Leiden. Hij woont in Portugal en vertaalde werk van onder anderen Fernão Mendes Pinto, Miguel Torga en Jorge de Sena.
luis de sousa rebelo is emeritus hoogleraar Portugese taal- en letterkunde van de University of London en thans bijzonder hoogleraar aan het Londense King's College. Auteur van literaire kritieken en essay, waaronder A Tradição Clássica na Literatura Portuguesa (1982). Ontving in 1983 de prijs voor literaire kritiek van de Portugese pen-club.