Iets vanwege het ‘Worden’ van mijzelf
Als iemand je vraagt om commentaar op een van je - nog wel favoriete - gedichten, is het alsof je verzocht wordt hetzelfde nog eens wat minder goed over te doen. Ik bedoel maar, wat kan ik zeggen: dat het al dan niet anders had gekund? Ik heb in mijn dummy boek (waar ik meestal het klad in maak) gezocht naar mijn op het ogenblik favoriete ‘Worden’ en kon het niet vinden. Toen heb ik ook nog in de diepe la rechts onder van ons oude bureau gekeken, waar ik soms kladjes bewaar zowel als tekeningen van buur- en kleinkinderen, alles vanwege het nageslacht dat toch ook wel iets mag hebben, en nee daar was het ook niet.
Dus zal ik gewoon eens reconstrueren hoe dat gegaan is, want dit vers bevalt me omdat het nogal onwrikbaar juist aandoet, wat mij betreft hoor, ik weet natuurlijk niet nou ja. Ik was met het begin begonnen door te beseffen dat er zo veel wordt drooggelegd en verknoeid, en dat er misschien maar één ogenblik is waarop een mens in natuurlijke staat leeft op aarde: hoogstens tot een paar seconden na de geboorte, nat van de moeder en de eigen verlaten vloeistof. Dan worden er ook met de baby dingen gedaan.
Met andere woorden (want andere daar gaat het om): er is een schijnbare tegenstelling tussen wat we met ons zelf en met de omgeving doen en telkens loopt het niet al te best af. Het wit poederen volgt op de geboorte en deed me dus denken aan kleuren. Gelukkig ben ik een slachtoffer van het rijm en moest dus iets op gepoederd, dat zou gevoederd kunnen zijn maar dan beperkt tot het verwekken van een kleur. Geen probleem: Tineke's tante voederde haar anjers op Soember Brantas met iets blauws voor de Chinese begrafenissen (geloof ik). Was dat niet gebeurd, dan had ik misschien wel ‘wit gemaakt’ moeten kiezen voor die kindertjes, maar ‘paars gekraakt’ zou niet best zijn geweest. En toen ik aan de wreedheid met dieren toe kwam, ja, daar zijn er zo veel. ‘Kippen worden hard onteid maar kindjes worden stippeltje stippeltje ontbijt’, of ‘ganzen worden mest gevet maar kindjes worden neergezet’, ‘paarden worden omgeploegd maar kinderen worden een uur vervroegd’, ga maar door. ‘Bomen worden omgehakt maar kindjes worden ingepakt’ is dubbel: de wouden waren in het begin al gladgeschoren vanwege het nat geboren. Er moest iets progressiefs blijven: alles wordt akeliger met de dieren en planten en steeds lekkerder met de kinderen tot alles met een klap omdraait.
Nou, ik weet niet of door dit alles dat gedicht nog lang mijn favoriet blijft.