zo'n vijftien jaar geeft onder de ons welbekende naam Elvis Costello.
Costello heeft met zijn interpretatie van deze onmogelijke brieven aan Juliet een meesterwerk gemaakt; niet alleen zijn de muzikanten zo intensief ingegaan op zijn idee om de Veronese liefdesbrieven in zo ongeveer de hele kwartetliteratuur onder te dompelen, maar ook zijn de teksten zo mooi op de muziek afgestemd dat ik er de hele romantische Lied-traditie een tijdlang voor door het raam gooi. Ik ben inmiddels een beetje verslaafd aan Costello's fictieve liefdesbrieven. Ongetwijfeld heeft dat te maken met het feit dat hij ze omkaderd heeft met zeer gevarieerde fragmenten strijkkwartetmuziek, die zo veel herinneringen in me oproepen dat ik niet afstandelijk meer kan oordelen. Hier komt veel samen dat me raakt, van mijn liefde voor strijkkwartetten tot mijn irritatie over de ontoereikendheid van echte liefdesbrieven en mijn herinneringen aan de periode waarin ik Intieme Brieven ontdekte. Muziek bovendien, gemaakt door een van onze helden uit de jaren zeventig, de magere en scherpe Costello die ik ooit, nog heel in het begin van zijn carrière, in een concert bezig zag in de Ancienne Belgique in Brussel, op een woelige avond die eindigde met traangas en politiehonden. The angels wanna wear my red shoes zong hij toen. We gooiden stenen naar de combi's in de straat. Ik was daar toen alleen, maar jaren later bleek een vrouw, die nu een goede vriendin is geworden, daar ook te zijn geweest. We zaten samen in een bus richting Verona, de stad waar het al even fictieve ‘Casa di Julietta’ door goedgelovige toeristen wordt gefotografeerd. We leerden elkaar daar een beetje kennen en hoorden Costello zijn Juliet Letters zingen.
De brieven van Costello gaan van liefdesbrief naar smeekbrief, zelfmoordbericht, groteske en clowneske overwegingen tot en met de klassieke brief naar huis waarin de balans van een leven wordt opgemaakt. Costello zingt hier soepeler en expressiever dan ooit, en hoe vaker ik deze muziek hoor, hoe groter mijn bewondering voor zijn inzicht en verbeelding wordt. Costello is een intuïtief talent; pas nadat hij besloot met het Brodsky-kwartet scheep te gaan, ging hij systematisch muziek studeren.
Het Brodsky-kwartet heeft hem, denk ik zo, perfect begrepen. Dat suggereert hij ook in de covernotes. Dit is geen slap geval van fusion, maar een volstrekt eigen geheel. Alle types van strijkkwartetten hoor je erin terug, soms heel klassiek en dan weer met een toon die als een parodie op West Side Story klinkt; stemmingen uit Beethovens kwartetten en de laatromantische kwartetmuziek, andantes die soms lichtvoetig zijn als Mozart en dan weer slepend als Sjostakovitsj - de componist met wie het voor Costello was begonnen.
Maar waar was mijn geliefde en lang niet beluisterde Janáček, de man die een strijkkwartet als liefdesbrief had geschreven? Had Costello daaraan gedacht? Misschien hij niet meteen, maar het Brodsky-kwartet dan in elk geval wel. Een omzeggens letterlijk citaat duikt op nadat Costello in een grotesk nummer heeft gevraagd:
Would I lie to you? Would I sell you a dud? Just sign on the line. Could you possibly write it in blood?
Na deze woorden komt een uitgesproken Sjostakovitsj-cadans, een beetje kwaadaardig dansend, die meteen overgaat in eindmaten die zuchten en schrijnen zoals dat alleen in Janáčeks Intieme Brieven gaat. Dat was wellicht de ideale plek voor het eresaluut aan de verliefde oude gek voor zijn mooie jonge Kamila. Want dat Janáček zijn Intieme Brieven met bloed heeft geschreven, dat is eigenlijk al bijna een understatement.
Enkele maanden na het schrijven van dat kwartet is Janáček gestorven. Nu ik zo vaak naar Costello's Juliet Letters luister, luister ik ook weer vaker naar Janáček, in een oude en levendige uitvoering van het Smetana Quartet. En ik heb het gevoel dat Kamila Stösslova